BEGRIPPEN HET WEER 3 Klimaatfactoren

BEGRIPPEN Het weer 2: Klimaatfactoren

Na deze les weet je welke begrippen over klimaatfactoren je beheerst.
na deze les weet je welke begrippen over klimaatfactoren je nog niet beheerst.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
ScienceMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

BEGRIPPEN Het weer 2: Klimaatfactoren

Na deze les weet je welke begrippen over klimaatfactoren je beheerst.
na deze les weet je welke begrippen over klimaatfactoren je nog niet beheerst.

Slide 1 - Slide

De afstand van een punt tot het gemiddelde zeeniveau (NAP).
A
Breedteligging
B
Hoogteligging
C
Boomgrens
D
Sneeuwgrens

Slide 2 - Quiz

De afstand van de evenaar tot een bepaald punt.
A
Breedteligging
B
Hoogteligging
C
Boomgrens
D
Sneeuwgrens

Slide 3 - Quiz

De lijn waarboven het te koud is voor bomen om te groeien.
A
Breedteligging
B
Hoogteligging
C
Boomgrens
D
Sneeuwgrens

Slide 4 - Quiz

De hoogtelijn waar de sneeuw begint.
A
Breedteligging
B
Hoogteligging
C
Boomgrens
D
Sneeuwgrens

Slide 5 - Quiz

Reliëf
A
De afstand van een gebied tot de zee of de oceaan.
B
Hoogteverschillen in het landschap
C
De kant van een gebergte die aan de windkant ligt.
D
De kant van een gebergte die uit de windkant ligt.

Slide 6 - Quiz

Lijzijde
A
De afstand van een gebied tot de zee of de oceaan.
B
Hoogteverschillen in het landschap
C
De kant van een gebergte die aan de windkant ligt.
D
De kant van een gebergte die uit de windkant ligt.

Slide 7 - Quiz

Ligging ten opzichte van zee/oceaan.
A
De afstand van een gebied tot de zee of de oceaan.
B
Hoogteverschillen in het landschap
C
De kant van een gebergte die aan de windkant ligt.
D
De kant van een gebergte die uit de windkant ligt.

Slide 8 - Quiz

Aanlandige wind.
A
Zeewinden.
B
Landwinden.
C
Het gaat hier om winden die van land komen en dan de zee over gaan.
D
Het gaat hier om winden die van zee komen en dan het land over gaan.

Slide 9 - Quiz

Aflandige wind.
A
Zeewinden.
B
Landwinden.
C
Het gaat hier om winden die van land komen en dan de zee over gaan.
D
Het gaat hier om winden die van zee komen en dan het land over gaan.

Slide 10 - Quiz

Het zoute water dat de landmassa's op aarde omringt.
A
Aarde
B
Zon
C
Zee
D
Wind

Slide 11 - Quiz

Continue stromingen van het zeewater aangedreven door de energie van de zon en de overheersende windrichting.
A
Zeestroom
B
Luchtstroom
C
Oceaanstroom
D
Windstroom

Slide 12 - Quiz