Werkwoordspelling 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 6

Werkwoordspelling

Vul het werkwoord op de juiste manier in op de open plaats.

Let op:

1. in welke tijd staat de zin

2. is het enkelvoud of meervoud?

... ik opgehaald door mijn ouders?
(worden)

Oma ... het deeg voor het brood.
(kneden)

... je zusje van muziek?
(houden)

... je haar morgen geknipt?
(worden)

Hij ... de stoel met nieuwe stof.
(bekleden)

De brand ... de hele woning.
(verwoesten)

De bouwvakkers hebben een nieuw huis ...
(bouwen)

Heb jij dat verhaal in de klas ...?
(vertellen)

We hebben gisteren in Borne ...

Karlijn ... vorige week veel tijd aan haar taakbrief.
(besteden)

Daan ... de atelier opdracht gisteren niet zo leuk.
(vinden)

Adai heeft zijn kleiwerkje prachtig ...
(beschilderen)

Bryan ... de volgende keer minder te kletsen.
(beloven)

Elin heeft hard ... voor de toets.
(leren)