Engels p3 les 4

Engels p3 les 4
GO-PLAY-DO
Tennis!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsBeroepsopleidingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Engels p3 les 4
GO-PLAY-DO
Tennis!

Slide 1 - Slide

Lesdoelen:
  • Je weet bij welke sport je DO, PLAY of GO gebruikt.
  • Je kent de Engelse benaming voor het tennisveld en de bijbehorende regels en termen. 

Slide 2 - Slide

Voor welke sporten gebruik je het woord "play" in het Engels?

Slide 3 - Open question

Voor welke sporten gebruik je het woord "go" in het Engels?

Slide 4 - Open question

Voor welke sporten gebruik je het woord "do"?

Slide 5 - Open question

Samengevat:
Teamsporten of balsporten? → Play
Sporten met -ing (vaak buitenactiviteiten)? → Go
Overige (zoals vechtsporten en fitness)? → Do

Slide 6 - Slide

do, go or play: which activity can you play?
A
rollerblading
B
drama
C
basketball
D
soccer

Slide 7 - Quiz

do, go or play: which activity can you do?
A
ballet
B
draw
C
bowling
D
horse riding

Slide 8 - Quiz

do, go or play: which activity can you do?
A
martial arts
B
volleyball
C
bowling
D
horse riding

Slide 9 - Quiz

do, go or play: to which activity can you go?
A
BMX'ing
B
volleyball
C
chess
D
drama

Slide 10 - Quiz

do, go or play: to which activity can you go?
A
BMX'ing
B
volleyball
C
chess
D
rollerblading

Slide 11 - Quiz

I ______ volleyball and _____ yoga, but I never ______ skiing.
A
do/go/do
B
do/play/go
C
go/do/play
D
play/do/go

Slide 12 - Quiz

We gebruiken ... voor teamsporten en balsporten
A
Play
B
Go
C
Do

Slide 13 - Quiz

Ik kan de woorden PLAY, DO en GO bij de juiste sporten/ activiteiten gebruiken.
A
ik kan het, en ik kan het ook aan iemand anders uitleggen.
B
ik kan het
C
ik kan het bijna
D
ik kan het nog niet

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

What does "love" mean in tennis?
A
15 points
B
0 points
C
You play with your love
D
Game

Slide 16 - Quiz

When do you play a tiebreak?
A
Always at the end of a set
B
Never
C
If the score reaches 4-4
D
If the score reaches 6-6

Slide 17 - Quiz

How many games do you (usually)have to play to win the set?
A
6
B
5
C
4
D
7

Slide 18 - Quiz

What is "deuce"?
A
40-40
B
40-30
C
40-0
D
15-15

Slide 19 - Quiz

How many points is 30 points?
A
3
B
30
C
2
D
1

Slide 20 - Quiz

Where is tennis played on?
A
Tennis court
B
Tennis field
C
Baseline
D
Breakpoint

Slide 21 - Quiz

Aan de slag!
1. Werkblad Tennis rules: maak opdracht 2, 3 en 4
2. Werkblad go, play, do maken.

Klaar?
We kijken het samen na, daarna inleveren bij de docent.
Je niveau testen? Ga naar British council (via google)

Slide 22 - Slide