Interactievaardigheden bijeenkomst 2

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 2

Bijeenkomst 2

Programma

• Terugblik
• Filmfragment
• Uitleg respect voor autonomie
• Klein opdrachtje
• Theorie
• Kijkopdracht
• Afsluiting

Waar hebben we het de vorige keer over gehad?

Sensitieve responsiviteit

• Sensitief = gevoelig zijn voor de signalen van de kinderen, deze herkennen en goed weten te interpreteren
• Responsiviteit = heeft te maken met het reageren op de signalen

Complimenten geven: wees concreet, benoem 

het positieve effect van het gedrag voor jezelf en leg 

de aandacht op het proces in plaats van op de eigenschappen

Intrinsieke motivatie komt vanuit...

1. Jezelf
2. De omgeving

Wat weten jullie al?

1. Maak groepjes van drie studenten
2. Bespreek samen waar jullie aan denken bij respect voor autonomie 
3. Noteer jullie antwoord via Lesson Up

Denk aan het fragment van net ;)

Respect voor autonomie

Respect voor autonomie

• Een kind is baas over zijn eigen lichaam: hoe kun je hier rekening mee houden? 
• Ruimte geven voor ontdekken. 
  
• Keuzes geven.
  
• Eigen ideeën en initiatieven versterken.
  
• 'Echt' helpen.
  
• Laten meepraten en meebeslissen.
  
• Ruimte geven voor vrij spel. 

Opdracht

1. Neem een kind in gedachten van stage. Wat maakt het kind eigen? Wat onderscheidt het van de andere kinderen?
2. Bespreek met buurman/vrouw: geef een concreet voorbeeld hoe jij rekening houdt met de eigenheid van het kind.
3. Noteer het antwoord via Lesson Up. 

Voorbeelden

Eigen ideeën en initiatieven versterken, maar hoe?

• Ideeën benoemen (‘Ik zie dat je’).
  
• Door op de ideeën in te gaan (‘Hoe had je dat bedacht’).
  
• Aandacht vragen voor ideeën bij andere kinderen (‘Zeg jongens, Aicha stelt voor om ..’).
  
• Door de ideeën uit te voeren (Aicha, vertel maar, wat moeten we doen’).
  
• Kinderen worden nu gestimuleerd om met steeds meer ideeën te komen.
  

'Echt' helpen, hoe kun je dat als (g)pm'er doen?

• Door te waarderen wat het kind al heeft gedaan, ook al lukt het nog niet helemaal. (‘Wat goed, je hebt het geprobeerd om je schoen aan te doen’).
  
• Wacht tot een kind om hulp vraagt of wacht tot het moment dat een kind echt niet zelf verder kan.
  
• Door vragen te stellen. Dat kan een kind weer op weg helpen. (‘ Je krijgt hem niet dicht zie ik, wat nu?’?
  
• Door de taak in kleine stukjes te hakken.
  
• Door samen iets te doen met ruimte voor eigen inbreng.
  
• Het kan helpen om foto’s op te hangen van verschillende fases (vb: van aankleden).
  

Laten meepraten en meebeslissen

• Kinderparticipatie : meedenken, meepraten en beslissen geven het gevoel serieus te worden genomen. Kinderen ervaren dat volwassenen vertrouwen in hen hebben.
  
• Kinderen voelen zich hierdoor meer betrokken.
  

Welke vormen van kinderparticipatie ken jij?

Kijkopdracht

1.  Welke ideeën brengen de kinderen uit zichzelf in in het spel?         Hoe reageert de pm’er daarop?

2.  Welke ideeën ontstaan doordat de pm’er ze uitlokt?

3.  Welke ideeën brengt de pm’er in in het spel?

Hoe was deze les?

😒🙁😐🙂😃

Afsluiting

• Wat neem je mee naar je stage komende week? Geef een zo concreet mogelijk antwoord.
  
• Zorg ervoor dat je dit ook daadwerkelijk gaat oefenen.
  
• Volgende week bespreken we hoe dit is gegaan.