§5.3 Rekenen aan reacties

Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties
1 / 22
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelen
Aan het einde van de les kan ik:
  1. met de wet van massabehoud uitleggen dat stoffen in vaste verhoudingen met elkaar reageren.
  2. berekeningen uitvoeren aan de hand van massaverhoudingen. 
Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Verbrandingsproducten bevatten altijd het volgende atoomsoort:
A
C
B
H
C
O
D
S

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de systematische naam van de stof S2O5?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Wat is de juiste naam van BrO2?
A
dibroommonoxide
B
monobromidedioxide
C
broommonoxide
D
broomdioxide

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Uit hoeveel atomen bestaat NH3?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Bij een chemische reactie verdwijnen er atomen want de beginstoffen verdwijnen
A
Juist
B
Onjuist
C
Huh.. wat zijn atomen?!

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Bij de volledige verbranding van suiker (C6H12O6) komen verschillende stoffen vrij. Stel de reactievergelijking op en maak deze kloppend.

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Massabehoud
Bij een chemische reactie verdwijnen geen atomen 
Bij een chemische reactie hergroeperen de atomen zich

Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wet van Lavosier / Wet van behoud van massa
Bij een chemische reactie is de totale massa van de beginstoffen gelijk aan de totale massa van de reactieproducten


Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld
Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties
Al (s) + O2 (g) → Al2O3 (s)
9 gram : 8 gram → 17 gram  

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld
Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties
Al (s) + O2 (g) → Al2O3 (s)
9 gram : 8 gram → 17 gram 

Hoeveel g O2 is nodig voor
de verbranding van 22,6 g Al?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan
  1. Noteer de stofnamen in de eerste kolom
  2. Noteer de massaverhouding in de tweede kolom
  3. Vul de gevraagde massa in
  4. Vul de verhoudingstabel verder in
Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Oefenen
waterstofchloride en ammoniak reageren in de verhouding 3,6 : 1,7 tot salmiak. 
Hoeveel gram waterstofchloride heb je nodig om 40 g salmiak te maken? Rond je antwoord af op 1 decimaal 

Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Oefenen
waterstofchloride en ammoniak reageren in de verhouding 3,6 : 1,7 tot salmiak. 
Hoeveel gram waterstofchloride heb je nodig om 40 g salmiak te maken? Rond je antwoord af op 1 decimaal 

Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Je moet kunnen rekenen aan reacties 

Ontleding montroydiet: 
2 HgO --> 2 Hg + O2

2 moleculen montrodyt --> 2 kwik en 1 zuurstof
Deze stoffen hebben een gewicht 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Je moet kunnen rekenen aan reacties 
Ontleding montroydiet: 
2 HgO --> 2 Hg + O2
27g  -->   25g  +  2g


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeldvraag
2 HgO --> 2 Hg + O2
27g  -->   25g  +  2g

Hoeveel gram kwik ontstaat er als je 100 gram montroydiet ontleedt?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeldvraag_antwoord
2 HgO --> 2 Hg + O2
27g  -->   25g  +  2g

Hoeveel gram kwik ontstaat er als je 100 gram montroydiet ontleedt? 92,6 g
Gebruik de verhoudingstabel hiervoor!
HgO
27 
1
100  
Hg
25 
...
...

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Maak nu zelf de volgende vragen
4 Fe + 3 O2 -> 2 Fe2O3
7g    +    3g    -->    10g

Vraag 1. Hoeveel zuurstof is er nodig om
  35 gram ijzer te laten verbranden?
Vraag 2. Hoeveel ijzeroxide ontstaat er dan?
Klaar? Ga verder met opdrachten uit 5.3 
timer
10:00

Slide 20 - Slide

Vraag 1: 15 g zuurstof 
Vraag 2: 50 g ijzeroxide 
Antwoorden
4 Fe + 3 O2 -> 2 Fe2O3
7g    +    3g    -->    10g

Vraag 1. Hoeveel zuurstof is er nodig om
  35 gram ijzer te laten verbranden? 15 gram
Vraag 2. Hoeveel ijzeroxide ontstaat er dan? 50 gram

Fe
7
1
35
O2
3
0,43
15
Fe2O3
10
1,43
50

Slide 21 - Slide

Vraag 1: 15 g zuurstof 
Vraag 2: 50 g ijzeroxide 
Leerdoelen
  • Je kunt met de wet van behoud van massa uitleggen dat stoffen in vaste verhouding met elkaar reageren.
  • Je kunt berekeningen uitvoeren aan de hand van massaverhoudingen.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions