Herhaling §3.7 en §3.8

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Wat gaan we doen deze les?

Voorbereiden op de toets van komende vrijdag!

Aan het einde van de les:

• kun je alle woordsoorten benoemen in zinnen;
• kun je zelfstandige naamwoorden in het mv zetten.

Woordsoorten

In de titel staat een lidwoord.
Welke is dat?

1. Je
2. oud
3. een
4. avontuur

Wat zijn de twee andere lidwoorden?

Om erachter te komen of een woord
een zelfstandig naamwoord is, zet je
er een lidwoord (de, het, een) voor.

1. Waar
2. Niet waar

Ga in de tweede alinea op zoek naar zelfstandige naamwoorden. Noteer er vijf.

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

1. Waar
2. Niet waar

In regel 4 staat een bijvoeglijk naamwoord. Welke is dat?

Ook in regel 5 staat een bijvoeglijk naamwoord. Welke is dat?

Wat is in regel 11 het bijvoeglijke naamwoord?

Hij

wilde

de

dure

auto

starten.

lidwoord

zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk naamwoord

Voorbeelden van
werkwoorden

En wat zijn dan de werkwoorden 

in de vorige zin?

Hij wilde de dure auto starten.

En wat zijn dan de werkwoorden 

in de vorige zin?

Hij wilde de dure auto starten.

Tot slot: de voorzetsels

Tot slot: de voorzetsels

Tot slot: de voorzetsels

In de kast

Op de kast

Onder de kast

Achter de kast

Voor de kast

Boven de kast

Tussen de kast(en)

Naast de kast...

Benoem alle woordsoorten.

De jongen knalde tegen de Mercedes van de buren.

Benoem alle woordsoorten.

De totale schade is berekend op €100.000.

Zelfstandige naamwoorden

in het meervoud

Wat is het meervoud van auto?

1. autoos
2. auto's
3. autos
4. auto'en

Wat is het meervoud van brief?

1. briefs
2. briefen
3. brieve
4. brieven

Wat is het meervoud van cadeau?

1. cadeaus
2. cadeau's
3. cadeautjes
4. cadeau'en

Wat is het meervoud van calorie?

1. calories
2. calorien
3. calorieën
4. caloriën

Wat is het meervoud van wc?

1. wcen
2. wc's
3. wc'en
4. wcs

Noteer het meervoud van de volgende
woorden: café, idee, vmbo, huis, dak,
cultuur en imago.

Wat gaan we doen deze les?

Voorbereiden op de toets van komende vrijdag!

Aan het einde van de les:

• kun je alle woordsoorten benoemen in zinnen;
• kun je zelfstandige naamwoorden in het mv zetten.