Slavernij toen en nu

Slavernij toen en nu

Leerdoel

Aan het eind van de les kun je het slavernijverleden en moderne slavernij met elkaar vergelijken.

Introduceer het leerdoel van de les aan de leerlingen.

Wat weet je al over het slavernijverleden en moderne slavernij?

Wat is slavernij?

Slavernij is de praktijk waarbij mensen worden behandeld als eigendom. Het slavernijverleden was gericht op de trans-Atlantische handel in Afrikaanse slaven en het dwangarbeidsysteem dat daarop volgde.

Definieer slavernij en bespreek kort de geschiedenis.

Moderne slavernij

Moderne slavernij is de praktijk waarbij mensen worden gedwongen om te werken onder dreiging van geweld en zonder vrije keuze. Het komt bijvoorbeeld voor in de seksindustrie, landbouw en bouw.

Leg uit wat moderne slavernij is en waar het voorkomt.

Keti Koti

Keti Koti is de herdenking van de afschaffing van de slavernij in Suriname en de Nederlandse Antillen. Het wordt gevierd op 1 juli.

Introduceer Keti Koti en bespreek waar en wanneer het wordt gevierd.

Vergelijking slavernij toen en nu

Hoewel het slavernijverleden en moderne slavernij verschillende vormen aannemen, zijn er ook overeenkomsten. Beide vormen van slavernij beroven mensen van hun vrijheid en waardigheid.

Beschrijf de overeenkomsten tussen het slavernijverleden en moderne slavernij.

Verschillen slavernij toen en nu

Het slavernijverleden was gericht op de trans-Atlantische handel in Afrikaanse slaven, terwijl moderne slavernij voornamelijk gericht is op dwangarbeid. Moderne slavernij is ook minder zichtbaar dan het slavernijverleden.

Beschrijf de verschillen tussen het slavernijverleden en moderne slavernij.

Impact van slavernij

Het slavernijverleden en moderne slavernij hebben een enorme impact gehad op de levens van miljoenen mensen. Het heeft geleid tot ongelijkheid, armoede en discriminatie.

Beschrijf de impact van slavernij op de samenleving.

Reflectie

Denk na over wat je hebt geleerd en hoe het je kijk op slavernij heeft veranderd.

Sluit af met een reflectieopdracht om de leerlingen te laten nadenken over wat ze hebben geleerd.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.