Herhaling thema 11: Spelen!

Herhaling thema 11: Spelen!
Deze les herhalen we de belangrijkste info voor de toets.
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsBuitengewoon secundair onderwijs

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling thema 11: Spelen!
Deze les herhalen we de belangrijkste info voor de toets.

Slide 1 - Slide

Wat zijn jullie favoriete spelletjes?

Slide 2 - Mind map


30 min


15 min
🎯
Herhaling met deze 'Lesson Up'


🎯
Werken in Taalweb
1A: Thema 11, tot en met pg 418

1B: verder werken met planning

Slide 3 - Slide

Wat moeten jullie kunnen?
1. Is een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig? 
DE / HET
2. Verwijswoorden
HIJ / ZIJ / HET
3. Verdubbelen of verenkelen?
4. Leestekens .?!
5. Samenstellingen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Waar of niet waar?
Zowel mannelijke als vrouwelijke woorden hebben 'DE' als lidwoord.
A
Waar!
B
Niet waar!

Slide 6 - Quiz

Hoe weet je dan of het mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is?

Slide 7 - Open question

Voor alle onzijdige woorden gebruiken we 'het'!
A
Niet waar!
B
Waar!

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

DE OF HET?
tiener
A
De
B
Het

Slide 10 - Quiz

DE OF HET?
wereldrecord
A
De
B
Het

Slide 11 - Quiz

DE OF HET?
directrice
A
De
B
Het

Slide 12 - Quiz

DE OF HET?
team
A
De
B
Het

Slide 13 - Quiz

DE OF HET?
sprookje
A
De
B
Het

Slide 14 - Quiz

DE OF HET?
stadhuis
A
De
B
Het

Slide 15 - Quiz

Verwijswoorden!
Waar denk jij aan?

Slide 16 - Mind map

Verwijswoorden hij, zij en het
De jongen liep naar school. Hij was al te laat!

De computer gaat erg traag, hij moet eens hersteld worden.

De dame had een vraag, zij sprak ons aan.

Ik wil graag een glaasje water, het mag spuitwater zijn.


Slide 17 - Slide

Verwijswoorden hij, zij en het
1. De zon schijnt,  ____ straalt!
2. De leraar komt binnen. ___ begint meteen met de les.
3. De jas hangt aan de kapstok. ___ is nog nat van de regen.
4. Het wereldrecord ping pong is nog niet verbroken.
Ons team gaat ____ breken





Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Geef zelf enkele voorbeelden:

Slide 21 - Open question

Wat moeten jullie kunnen?
1. Is een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig? ✅
DE / HET
2. Verwijswoorden ✅
HIJ / ZIJ / HET
3. Verdubbelen of verenkelen? 
4. Leestekens .?!
5. Samenstellingen

Slide 22 - Slide

Verder werken aan de planning

Slide 23 - Slide

Herhaling thema 11: Spelen!
Deze les herhalen we de belangrijkste info voor de toets.

Slide 24 - Slide


20 min


20 min
🎯
Herhaling met deze 'Lesson Up'


🎯
Werken in Taalweb

Slide 25 - Slide

Wat moeten jullie kunnen?
1. Is een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig? ✅
DE / HET
2. Verwijswoorden ✅
HIJ / ZIJ / HET
3. Verdubbelen of verenkelen? 
4. Leestekens .?!
5. Samenstellingen

Slide 26 - Slide

3.

Slide 27 - Slide

Enkel of dubbel?
Le (s / ss) enrooster
A
s
B
ss

Slide 28 - Quiz

Enkel of dubbel?
Zo (n /nn) ecrème
A
nn
B
n

Slide 29 - Quiz

Enkel of dubbel?
t (a / aa) fellaken
A
a
B
aa

Slide 30 - Quiz

Enkel of dubbel?
hondenbro (k / kk) en
A
kk
B
k

Slide 31 - Quiz

Wat moeten jullie kunnen?
1. Is een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig? ✅
DE / HET
2. Verwijswoorden ✅
HIJ / ZIJ / HET
3. Verdubbelen of verenkelen? ✅
4. Leestekens .?!
5. Samenstellingen

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Geef voorbeelden van samenstellingen!

Slide 34 - Mind map

Werken in de planning

Slide 35 - Slide