Theater Les 1 - Introductie

Theater
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Theater

Slide 1 - Slide

Uiterlijk
Hoe een persoon er aan de buitenkant uitziet noemen we het uiterlijk. 

Het uiterlijk van Harry Potter kun je als volgt beschrijven:

Litteken op voorhoofd, blauwe ogen, bruin kort haar .....










Bron: time.com

Slide 2 - Slide

Innerlijk
Hoe een persoon aan de binnenkant in elkaar steekt noemen we het innerlijk. 

Het innerlijk van Harry Potter kun je als volgt beschrijven:

Moedig, nergens bang voor, vriendelijk, hulpvaardig...










Bron: time.com

Slide 3 - Slide

Karakter
Wanneer je omschrijft hoe iemand van binnen in elkaar zit, dus het innerlijk, omschrijf je iemands karakter.

Karakter = je aangeboren eigenschappen 









Slide 4 - Slide

Gewoonten
Iemand kan ook bepaalde gewoonten ontwikkelen  


Gewoonten = je aangeleerde eigenschappen 









Slide 5 - Slide

Sleep de beschrijvingen naar de juiste categorie.
Uiterlijk
Karakter
Gewoonten
Kapsel
Doorzetter
Dagelijks bewegen
Vaak op mobiel kijken
Dapper
Kleur ogen
Sportief
Slank
Geduldig
Mensen niet aankijken tijdens het praten

Slide 6 - Drag question

Door bepaalde gebeurtenissen in het boek kan het zijn dat het karakter van de hoofdpersoon verandert. 

Bijvoorbeeld door deel te nemen aan een hele belangrijke wedstrijd. Zoals de hoofdpersoon in the Hunger Games.

Slide 7 - Slide

0

Slide 8 - Video

Welke gebeurtenis is in jouw boek belangrijk?

Slide 9 - Open question

Wat is het effect van deze gebeurtenis op jouw hoofdpersoon?

Bijvoorbeeld: De hoofdpersoon was eerst heel onaardig. Totdat iemand haar zomaar uit het niets helpt. Dan wordt de hoofdpersoon ineens heel aardig.

Slide 10 - Open question

Gebeurtenissen kunnen dus zorgen voor een verandering van het karakter en de gewoonten
Dit wordt ontwikkeling genoemd. 

Iemand verandert.
Dit kan positief zijn maar ook negatief.  

Slide 11 - Slide

0

Slide 12 - Video

Aan de slag

Slide 13 - Slide