Donderdag 14 januari

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Deze les: 
- Uitleg versvormen 
- Oefenen met gedichten analyseren 
- Bespreking in de klas 

Slide 2 - Slide

Vaste versvorm 1: het sonnet
- ontstaan in Italië tijdens de Renaissance
- veel gebruikt door Shakespeare 
- in Nederland o.a. door P.C. Hooft  (1581-1674), Slauerhoff (1898-1936) en nog vele anderen
- kenmerken: 14 regels (2x4, 2x3), rijmschema  abab baab cdc dcd, wending in het tweede deel (laatste 6 regels), van oudsher liefdesgedichten 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Limerick 
- Een limerick is een dichtvorm van vijf regels met een vrij strak metrum
- Het rijmschema is a a b b a.
- In de eerste regel wordt (meestal) een persoon of dier geïntroduceerd met een plaatsnaam die meestal gekozen wordt vanwege het rijm. 
- Een limerick heeft vaak humoristische of dubbelzinnige inhoud. 
- De laatste regel is de clou.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Haiku 
- Japanse dichtvorm 
- 3 regels, met een vaste verdeling van lettergrepen:  5 - 7- 5 
- drukt een ogenblikservaring uit 
- natuur is vaak het thema 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Vrije verzen 
- ontstaan vanaf de 19de eeuw 
- 'moderne poëzie'
- poëzie waarin geen vaste regels zijn, zoals bij het sonnet. 
Dus geen vaste regellengte, geen vast ritme, geen rijmverplichting 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Aan de slag !

Slide 11 - Slide

EINDE
Tot volgende week! 

Slide 12 - Slide