werkwoorden NT2

Klanken en werkwoorden
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Klanken en werkwoorden

Slide 1 - Slide

Planning
Nakijken huiswerk
Herhalen:
- Korte klanken
- Lange klanken
- Werkwoorden

Slide 2 - Slide

Huiswerk

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Woorden met korte klanken

Slide 6 - Mind map

Woorden met lange klanken

Slide 7 - Mind map

Wat is goed?
A
Ik loopt
B
Wij loopt
C
jij loopt
D
Zij loop

Slide 8 - Quiz

Wat is goed?
A
Jullie werken
B
zij werk
C
wij werkt
D
Ik werkt

Slide 9 - Quiz

Wat is goed?
A
Ik kijkt tv.
B
Zij slaapt in bed.
C
Jullie werkt hard.
D
Hij slaap in bed.

Slide 10 - Quiz

Maak het goed :
Hij (werken)..........

Slide 11 - Open question

Maak het goed:
Jullie (kijken) .....

Slide 12 - Open question

Maak het goed:
Ik (drinken)

Slide 13 - Open question

Welk woord past in deze zin:

De vrouw ..... naar de muziek
A
kijkt
B
woont
C
ligt
D
luistert

Slide 14 - Quiz

Welk woord past in de zin?

De mensen .... uit Amsterdam.
A
geven
B
wonen
C
kijken
D
komen

Slide 15 - Quiz