Hoofd en bijzinnen

Hoofd- en bijzinnen
Hoofd- en bijzinnen 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofd- en bijzinnen
Hoofd- en bijzinnen 

Slide 1 - Slide

Hoeveel persoonsvormen heeft een enkelvoudige zin?

Slide 2 - Open question

Vb enkelvoudige zin

Slide 3 - Mind map

Hoeveel persoonsvormen heeft een samengestelde zin?

Slide 4 - Open question

Vb samengestelde zin

Slide 5 - Mind map

Opbouw samengestelde zinnen
1. Hoofdzin en bijzin
2. Hoofdzin en hoofdzin

Maar hoe herken je nou een hoofdzin en een bijzin?

Slide 6 - Slide

Hoofdzin
1. In een hoofdzin staan de persoonsvorm en onderwerp naast elkaar.
2. Je kunt geen woorden tussen de persoonsvorm en het onderwerp plaatsen. 
3. Maak de zin vragend, de persoonsvorm van de hoofdzin staat dan vooraan.
4. Voegwoorden hoofdzin: en, maar, want, dus

Slide 7 - Slide

Bijzin
1. Je kunt woorden plaatsen tussen de persoonsvorm en het onderwerp.
2. De persoonsvorm van de bijzin staat vaak achterin de zin. 
3. Voegwoorden bijzin: omdat, dat, als

Slide 8 - Slide

Was Elles blij dat Ferdinand haar wilde helpen?
A
hoofdzin-hoofdzin
B
bijzin-hoofdzin
C
hoofdzin-bijzin

Slide 9 - Quiz

Omdat Evelien graag koekjes bakt, werkt zij bij de bakker.
A
bijzin-hoofdzin
B
hoofdzin-bijzin
C
hoofdzin-hoofdzin

Slide 10 - Quiz

In het nieuwe restaurant stond de ober ons al op te wachten en hij begroette ons hartelijk
A
bijzin-hoofdzin
B
hoofdzin-bijzin
C
hoofdzin-hoofdzin

Slide 11 - Quiz

Peter had zich opnieuw verslapen, omdat hij had zitten gamen tot laat in de avond.
A
bijzin-hoofdzin
B
hoofdzin-bijzin
C
hoofdzin-hoofdzin

Slide 12 - Quiz

Als je vanavond langskomt, zal ik je het allerlaatste nieuwtje vertellen.
A
bijzin-hoofdzin
B
hoofdzin-bijzin
C
hoofdzin-hoofdzin

Slide 13 - Quiz

Hij had goed geleerd, maar hij haalde toch een onvoldoende.
A
bijzin-hoofdzin
B
hoofdzin-bijzin
C
hoofdzin-hoofdzin

Slide 14 - Quiz

Jesse kan bijna niet geloven dat hij het hoogste cijfer heeft.
A
bijzin-hoofdzin
B
hoofdzin-bijzin
C
hoofdzin-hoofdzin

Slide 15 - Quiz

Hoewel de spreker toch goed voorbereid was, maakte hij veel fouten.
A
bijzin-hoofdzin
B
hoofdzin-bijzin
C
hoofdzin-hoofdzin

Slide 16 - Quiz

Modules
In de les:
1. H6 Grammatica deel 2 (gezamenlijk)
Na de les:
2. H6 Grammatica deel 3 (zelfstandig)

Slide 17 - Slide