Les 2.2 Optellen en aftrekken (deel 2)

• Wiskunde
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

GOEDEMORGEN

- Jas aan de kapstok

- Kauwgom in de prullenbak

- Telefoon in de bak

- Petten/capuchons zijn af

Ga lekker zitten

Wiskunde

Check in

- Wie is er wel en wie niet

- Hoe gaat het met je?

- Verwachtingen 

- Wat gaan we doen?

Verwachtingen

Je hebt een pen of potlood bij je, zodat je kunt schrijven.

Volgende week oortjes mee!

 

Tijdens de les:

- luister je stil naar de instructie

- doe je actief mee

- hebben we respect voor elkaar

- mag je fouten maken en om hulp vragen

Wat gaan we doen?

- Terugblik

- Voorkennis

- Instructie

- Aan de slag

- Afsluiting

Welk teken moet hiertussen?

-12 ..... 5

1. <
2. >
3. =

Wat is het tegengestelde getal van 10?

1. 100
2. 11
3. -11
4. -10

Welk teken moet hiertussen?

12 ..... 5

1. <
2. >
3. =

Zet op je wisbordje van klein naar groot:

38, 42, -12, -5

Van klein naar groot:

-32, -8, -66, -24

Doel van deze les

Je kunt

- bij een negatief getal een getal optellen of aftrekken

Onthouden!

+ is naar rechts op de getallenlijn

- is naar links op de getallenlijn

Bij een negatief getal een getal optellen.

-3+ 4

-6+2=

-7+10=

Bij een negatief getal een getal aftrekken.

-3- 4=

-7-2=

-4-3=

Aan de slag!

B; Opdr. 28, 29, 30, 31, 32, 33 ,34, 

* 35, 36, 37 en 38

Leerdoelencheck

 

Afsluiting

blz. 91 - leerdoelencheck.

Heb jij het doel behaald?