2 vmbo-bk Thema 6.2 Ecologie en duurzaamheid: Kringloop

Thema 6 Ecologie en duurzaamheid
6.2 Kringloop
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 6 Ecologie en duurzaamheid
6.2 Kringloop

Slide 1 - Slide

wat gaan we vandaag doen?
herhalen 6.1 Relaties
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 6.2 Kringloop
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Slide

Een voedselketen is :
A
rij organismen die elkaar eten
B
aantal voedselketens die met elkaar verbonden zijn.
C
een rij organismen waarin je ziet wie door wie wordt opgegeten

Slide 3 - Quiz

Wat betekent de pijl in een voedselketen
A
maakt eten
B
wordt gegeten door..
C
eet het organisme op..

Slide 4 - Quiz

Een voedselketen begint altijd met:
A
een dier
B
een plant
C
een schimmel

Slide 5 - Quiz

Je ziet hier een voedselketen.
Is deze voedselketen juist weergegeven?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Wat is een voedselweb?
A
Één voedselketen
B
Meerdere voedselketens
C
Een kringloop van voedsel

Slide 7 - Quiz

Wat is een alleseter?
A
Eet alleen dieren
B
Eet alleen planten
C
Eet zowel planten als dieren
D
Eet afval

Slide 8 - Quiz

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je uitleggen wat producenten, consumenten en reducenten zijn.
- kan je de kringloop van stoffen beschrijven.
- kan je aangeven welk afval biologisch afbreekbaar is en welk afval niet.

Slide 9 - Slide

Inleiding
Als een organisme wordt opgegeten, komen de stoffen terecht in een ander organisme.

In de natuur maken alle stoffen een kringloop.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

6.2 Kringloop
Elke voedselketen begint met planten. Dat komt doordat planten het voedsel maken voor mensen en dieren.

Een ander woord voor maken is produceren.
Daarom worden planten ook wel producenten genoemd.

Planten produceren voedsel door fotosynthese.

Slide 12 - Slide

6.2 Kringloop
Dieren eten de stoffen die door planten zijn gemaakt.
Een ander woord voor eten en drinken is consumeren.
Dieren worden daarom ook wel consumenten genoemd.

Dieren vind je in de tweede en volgende schakels van voedselketens.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

6.2 Kringloop
Afvaleters eten dode dieren en planten. Maar ze eten niet alle dode resten op. Een deel blijft achter.

Bacteriën en schimmels breken ook ander afval van organismen af. Bijvoorbeeld dode bladeren.

Een ander woord voor afbreken is reduceren.
Bacteriën en schimmels worden daarom ook wel reducenten genoemd.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

6.2 Kringloop
Bij het afbreken van de dode resten van organismen komen voedingsstoffen voor planten vrij. Planten nemen deze stoffen weer op. Zo worden stoffen in de natuur steeds weer opnieuw gebruikt.

Stoffen van planten komen via dieren, afvaleters, bacteriën en schimmels uiteindelijk weer bij planten terecht. In de natuur maken alle stoffen een kringloop.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

6.2 Kringloop
Bacteriën en schimmels breken het afval van planten en dieren af. Daarom noem je het afval van planten en dieren biologisch afbreekbaar afval.

Mensen gebruiken planten en dieren om allerlei producten te maken. Een deel van die producten wordt afval.
Bijvoorbeeld broodkorsten, schillen en vleesresten.
Dit afval is ook biologisch afbreekbaar, omdat schimmels en bacteriën (reducenten) dit afval kunnen afbreken.

Slide 20 - Slide

6.2 Kringloop
Soms bestaat afval niet uit resten van organismen.
Schimmels en bacteriën kunnen dit afval niet afbreken.
Daarom noem je dit afval niet-biologisch afbreekbaar afval.

Bijvoorbeeld glas, blik en plastic.
Dit afval blijft lang in het milieu liggen.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Slide

VRAGEN??

Slide 25 - Slide

zelf aan de slag
6.2 Kringloop: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 1, 2, 3, 5, 6 maken
(vanaf blz. 153)

Slide 26 - Slide

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je uitleggen wat producenten, consumenten en reducenten zijn.
- kan je de kringloop van stoffen beschrijven.
- kan je aangeven welk afval biologisch afbreekbaar is en welk afval niet.

Slide 27 - Slide