Proeftoets 3H - Hoofdstuk 9 Gezondheid

Proeftoets 3H - Hoofdstuk 9 Gezondheid
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Proeftoets 3H - Hoofdstuk 9 Gezondheid

Slide 1 - Slide

De gezondheid van een persoon is uitsluitend afhankelijk van genetische factoren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

De stoffen in sigarettenrook, zoals teer en koolmonoxide, hebben alleen gevolgen op lange termijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Actieve immuniteit ontstaat wanneer je lichaam zelf antistoffen aanmaakt na een infectie of vaccinatie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Welke van de volgende stoffen in sigarettenrook bindt zich aan hemoglobine, waardoor zuurstoftransport in het bloed wordt belemmerd?
A
Teer
B
Nicotine
C
Koolmonoxide
D
Formaldehyde

Slide 5 - Quiz

Wat gebeurt er in het lichaam bij een verhoogde bloedsuikerspiegel?
A
Insuline wordt afgegeven door de alvleesklier.
B
Glucagon wordt afgegeven door de lever.
C
De lever zet glycogeen om in glucose.
D
Er wordt minder glucose opgenomen door de cellen.

Slide 6 - Quiz

Welk van de volgende organen speelt geen rol in de uitscheiding van stoffen uit het bloed?
A
Longen
B
Lever
C
Maag
D
Nieren

Slide 7 - Quiz

Wat is een kenmerk van passieve immuniteit?
A
Het lichaam maakt zelf antistoffen aan.
B
Het lichaam krijgt antistoffen van buitenaf.
C
Het is altijd blijvend.
D
Het treedt alleen op na een vaccinatie.

Slide 8 - Quiz

Wat is het eerste dat gebeurt bij een wondje in de huid?
A
De huid vormt een korstje.
B
Bloedplaatjes klonteren samen om een prop te vormen.
C
Nieuwe huidcellen worden aangemaakt.
D
Het wondje wordt direct afgesloten door fibrinedraden.

Slide 9 - Quiz

Leg uit hoe de huid de lichaamstemperatuur reguleert als het te warm wordt. Gebruik hierbij de woorden: bloedvaten, zweetklieren, verdamping.

Slide 10 - Open question

Leg uit hoe de huid de lichaamstemperatuur reguleert als het te warm wordt. Gebruik hierbij de woorden: bloedvaten, zweetklieren, verdamping.

Als het lichaam te warm wordt, worden de bloedvaten in de huid wijder, waardoor meer warmte wordt afgegeven aan de omgeving. Zweetklieren produceren zweet, dat op de huid verdampt. Deze verdamping onttrekt warmte aan het lichaam, wat zorgt voor afkoeling.

Slide 11 - Slide

Beschrijf in stappen hoe een besmetting met een ziekteverwekker kan leiden tot ziekte. Gebruik de termen: afweer, witte bloedcellen, koorts.

Slide 12 - Open question

Beschrijf in stappen hoe een besmetting met een ziekteverwekker kan leiden tot ziekte. Gebruik de termen: afweer, witte bloedcellen, koorts.

  1. Een ziekteverwekker komt het lichaam binnen via bijvoorbeeld de huid, luchtwegen of mond.
  2. Het afweersysteem herkent de ziekteverwekker als lichaamsvreemd.
  3. Witte bloedcellen vallen de ziekteverwekker aan door deze op te eten of door antistoffen te maken.
  4. Als de infectie ernstig is, veroorzaakt het afweersysteem koorts om de groei van de ziekteverwekker te remmen en de afweer te stimuleren.

Slide 13 - Slide