Franse les 21-12 MHV1

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Les Frans

Dinsdag 20 december 2021

Welke dag is het vandaag in het Frans?

1. mardi
2. jeudi
3. lundi
4. vendredi

Hoe heet kerstmis in het Frans?

1. Saint Nicolas
2. Noël
3. Christmas
4. Nuit de Christus

Hoe zeg je in het Frans:
"ik wil graag vijf croissantjes?"

1. J'aime cinq croissants.
2. Je préfère cinq croissants.
3. Vous avez cinq croissants?
4. Je voudrais cinq croissants.

Hoe zeg je dat je iets niet begrijpt in het Frans?

1. Je ne sais pas.
2. Je n'aime pas ça.
3. Je ne comprends pas.
4. Non, merci.

Hoe vraag je naar de kaart in een Frans restaurant?

1. Où est la carte?
2. Monsieur, la carte s'il vous plait.
3. Monsieur, où sont les toilettes?
4. Monsieur, l'addition s'il vous plait.

Hoe vraag je in het Frans aan iemand hoe oud hij/zij is?

1. Elle a quel âge?
2. Tu as quel age?
3. Tu a quel âge?
4. Tu as quel âge?

Hoe zeg je in het Frans dat je een broer hebt?

1. J'ai une soeur.
2. J'ai un frère.
3. J'ai la soeur.
4. J'ai le frère.

Hoe zeg je in het Frans 'tot later'?

1. au revoir
2. salut
3. à plus
4. voilà

Hoe zeg je dat je de supermarkt zoekt?

1. Je cherche le supermarché.
2. Je cherche le magasin.
3. Tu cherches le supermarché.
4. Je cherche le marché.

Hoe vertaal je:
Nous avons un rendez-vous avec les parents.

1. Zij hebben een afspraak met de ouders.
2. Wij hebben een afspraak met de ouders.
3. Jullie hebben een afspraak met de ouders.
4. Hij heeft een afspraak met de ouders.

Hoe zeg je in het Frans dat je soep wilt als voorgerecht

1. Je voudrais la soupe.
2. Je voudrais la soupe comme entrée.
3. Je voudrais la soupe au déjeuner.
4. Je voudrais la soupe, s'il vous plait.

Op welke dag wordt er in Frankrijk NIET kerst gevierd?

1. le vingt-quatre décembre
2. le vingt-six décembre
3. le vingt-cinq décembre

Wat is de meest bezochte bezienswaardigheid in Frankrijk?

1. De Eifeltoren
2. De Notre- Dame
3. Le Louvre
4. De Champs Élysées

Hoe zeg je ‘Fijne Kerst’ in het Frans?

1. Bonne Christmas
2. Feliz Navidad
3. Merry Christmas
4. Joyeux Noël

Wie is 'le père Noël'?

1. de papa die Noël heet
2. de pastoor
3. het kindje Jezus
4. de kerstman

Kies de goede vertaling van:
j'ai besoin de vêtements.

1. Ik heb kleding nodig.
2. Ik koop kleding.
3. Ik ga kleding passen.
4. Ik wil nieuw kleding.

Kies de goede vertaling voor:
l'enfant a soif

1. Het kind heeft dorst
2. Het kind heeft honger
3. Het kind heeft slaap
4. Het kind heeft pijn

wat betekent de zin:
Ça coute combien?

1. Hoeveel heb je?
2. Hoeveel kost het?
3. Hoeveel koop je?
4. Hoeveel wil je?

De Mona Lisa staat in:

1. Het Rijksmuseum
2. Musée d'Orsay
3. Het Louvre
4. The National Gallery

In een deel van Canada wordt Frans gesproken.

1. Waar
2. Niet waar

Welke van onderstaande merken is NIET Frans?

1. Chanel
2. Louis Vuitton
3. Marc Jacobs
4. Yves Saint Laurent

UN PETIT GARÇON betekent:

Tekst

1. een grote jongen
2. een klein meisje
3. een kleine jongen
4. twee kleine jongens

Bonnes vacances!