Thema 2 ecologie

Thema 2: Ecologie
1 / 48
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Thema 2: Ecologie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Basisstof 1 Organismen en hun omgeving

Ecologie
Het bestuderen van de relaties tussen organismen en hun milieu.

Milieu= leefomgeving

Biotische factoren
invloeden vanuit de levende natuur
(bv.soortgenoten, vijanden, voedsel)

Abiotische factoren=
invloeden vanuit de levenloze natuur
(bv. water, temperatuur, licht)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Invloeden van het milieu
Levende factoren
Levenloze factoren

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

verschillende niveaus van klein naar groot

1. individu
2. populatie
3. levensgemeenschap
4. ecosysteem

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Verschillende niveaus:

Individu = 1 enkel organisme
populatie = groep organismen van dezelfde soort* in een bepaald gebied
levensgemeenschap= meerdere populaties in een gebied
ecosysteem = levensgemeenschappen met abiotische factoren in een gebied
Indvidu
populatie
Levensgemeenschap
ecosysteem
*Soort = Als organismen zich onderling kunnen voortplanten en vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Individu
Populatie
Levensgemeenschap
Ecosysteem

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Merels en mussen die leven in het zelfde bos behoren tot dezelfde populatie.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noemen we een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die zich onderling voortplanten

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Een gebied, waarbinnen de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Vul in het schema van het voedselweb de volgende organismen op de juiste plaats in (zie afbeelding). 
bladluis 
buizerd 
konijn 
lieveheersbeestje 
merel 
planten 

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Zet op volgorde van klein naar groot
Individu
Populatie
Levens-
gemeenschap
Ecosysteem

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions



Geef een voorbeeld van
een a-biotische factor. Dus geen algemene omschrijving.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

wat voor ecologisch niveau is dit?
A
Individu
B
Populatie
C
Ecosysteem
D
Levensgemeenschap

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Was is een voorbeeld van een biotische factor?
A
Lucht
B
Voedsel
C
Neerslag
D
Wind

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een populatie?
A
Een boom
B
Verschillende dieren in een gebied
C
Een groep individuen vd zelfde soort in 1 gebied
D
Alles wat in een bepaald gebied is

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Biotisch
Abiotisch
timer
1:00
Wind
Lucht
Zuurstof
Water
Grond
Roofvijanden
Soort-
genoten
Plant
Bacterie
Voedsel

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Takjes om een nestje te bouwen zijn een
A
biotische factor
B
abiotische factor

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Merels en mussen die leven in het zelfde bos behoren tot dezelfde populatie.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noemen we een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die zich onderling voortplanten

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Voedselweb
  • Lijkt op een voedselketen
  • Meerdere bronnen 
  • Meerdere uitkomsten 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Voedselweb
Binnen een ecosysteem is er nooit maar 1 voedselketen, alle voedselketens samen vormen een voedselweb/ voedseknet)

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Noteer een voedselketen van 4 schakels gebruik daarbij de afbeelding

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Kringloop

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Een Surinaamse klas is op excursie naar een zoetwaterplas. De leerlingen kijken wat er allemaal leeft in de plas en wie van wie leeft.
In de afbeelding  zijn enkele voedselrelaties schematisch weergegeven. Drie schakels, 1, 2 en 3, zijn in de afbeelding niet ingevuld.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

16. Welk van de
volgende dieren
kan in schakel 3
thuishoren?
A
Een garnaal.
B
Een kaaimankrokodil.
C
Een waterkever.

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions


Welk organisme is een producent?
A
de luis
B
de boom
C
lieveheersbeestje
D
vogel

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Een varken eet eikels en paddenstoelen en ook larven en aas.
Wat is een varken?
A
alleseter
B
planteneter
C
vleeseter

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Waar begint een voedselweb of keten mee?
A
vleeseters
B
planteneters
C
planten

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

8. De egel uit de
afbeelding is een
zoolganger.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

 Basisstof 3 Aanpassingen bij dieren:

gestroomlijnd = als de kop, romp, staart geleidelijk in elkaar overgaan.


Poten van landzoogdieren:
- zoolgangers bv. beren, egels, mensen
- teengangers bv. katten, honden, tijgers
- topgangers (hoefgangers) bv. paarden , varkens, antilopen

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Video

zoolgangers
Dit is een
A
Teenganger
B
topganger
C
zoolganger

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Een hond
is een .........
A
Topganger/hoefganger
B
Zoolganger
C
Teenganger

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

10. Roodborstjes vormen
samen met hun voedsel,
rupsen, een populatie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

snavels van vogels

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

poten van vogels

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

4. Zangvogels die zaden eten,
hebben meestal een
kegelsnavel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

21 Op de afbeelding zijn vier
poten van vogels getekend.

Welke poot is afkomstig van
een loopvogel?
A
Poot 1
B
Poot 2
C
Poot 3
D
Poot 4

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Licht

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Video

This item has no instructions

Waterplanten

Slide 48 - Slide

This item has no instructions