8.3 Geluidssterkte

8.2 Toonhoogte en frequentie
Aan het einde van de les kan je vertellen wat er gebeurd als er te veel dB(A) is.
8.3 Geluidssterkte
Nask
Maken van de opdrachten 1 tot en met 14
Vragen via een whiteboard
Alles dat niet af is.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
naskVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

8.2 Toonhoogte en frequentie
Aan het einde van de les kan je vertellen wat er gebeurd als er te veel dB(A) is.
8.3 Geluidssterkte
Nask
Maken van de opdrachten 1 tot en met 14
Vragen via een whiteboard
Alles dat niet af is.

Slide 1 - Slide

Planning
1. 10 min   uitleg 8.3 Geluidssterkte                     - klassikaal
2. 5 min     extra uitleg                                               - deels klassikaal
3. 15 min   opdrachten maken                               - zelfstandig 
4. 10 min   leerdoelen check                                   - klassikaal

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je vertellen wat er gebeurd als er te veel dB(A) is.

Slide 3 - Slide

Wat weten jullie al van:
Decibel

Slide 4 - Slide

Kennen jullie dit nog van de vorige les?
Tijd berekenen van 1 trilling
Op de oscilloscoop zijn twee trillingen te zien.

De breedte van het scherm is 0,01 s.
Eén trilling duurt dus = 0,01 : 2 = 0,005s
 

Slide 5 - Slide

Amplitude
Amplitude
De amplitude van een trilling is de afstand tussen de uiterste stand en het midden.
Hard geluid
Hoe harder een geluid, hoe groter de amplitude.

Slide 6 - Slide

De decibelschaal
De sterkte van geluid kun je meten in decibel. Dit kort je af als dB (A). 

  • Decibelmeter / geluidssterktemeter ->
  • tussen de 20 en 20.000 Hz, waarom?

Slide 7 - Slide

De geluidsterkte die je nog net kunt horen, is de gehoordrempel. De gehoordrempel is het zachtste geluid dat je nog kunt horen. Een geluid kan ook heel hard zijn. Zó hard, dat het pijn doet. De geluidsterkte gaat dan voorbij de pijngrens. De pijngrens is het hardste geluid dat je kunt horen zonder pijn in je oren te krijgen.  

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Rekenen met decibellen
Een geluidsbron verdubbelt -> het geluid is dubbel zo hard

MAAR!

De decibellen worden niet 2x zo groot

Slide 10 - Slide

Als het aantal geluidsbronnen twee keer zo groot wordt, neemt de geluidssterkte met 3 dB toe.
Voorbeeldopdracht 1
Op 10 m afstand van een concertpodium wordt de geluidssterkte gemeten. Als er één violist speelt, is de geluidssterkte 70 dB. Welke geluidssterkte wordt gemeten als er een groep van acht violisten aan het spelen is?
Het aantal decibellen is bij:
• één violist: 70 dB;
• twee violisten: 70 + 3 = 73 dB (van 1 naar 2: eerste verdubbeling);
• vier violisten: 73 + 3 = 76 dB (van 2 naar 4: tweede verdubbeling);
• acht violisten: 76 + 3 = 79 dB (van 4 naar 8: derde verdubbeling).
Als er acht violisten spelen, meet je dus een geluidssterkte van 79 dB.

Slide 11 - Slide

Checken
1. Wat betekent het als de amplitude groter wordt?
2. Met welk apparaat kan je de geluidssterkte meten?
3. Wat is het verschil tussen de gehoordrempel en de pijngrens?
4. Waarom is geluid minder hard als je verder weg staat van de geluidsbron?

Slide 12 - Slide

Aan de slag met opdrachten
Maken opdrachten 1 tot en met 10

timer
10:00

Slide 13 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je vertellen wat er gebeurd als er te veel dB(A) is.

Slide 14 - Slide

Frequentie kun je meten met een decibel-meter.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Hoe groter de frequentie hoe ... het geluid.
A
harder
B
zachter
C
hoger
D
lager

Slide 16 - Quiz

Bij hoeveel decibel is geluid schadelijk voor je oren?
A
50 dB
B
60dB
C
80dB
D
120 dB

Slide 17 - Quiz

Wat is de afkorting van decibel?
A
dbel
B
dB
C
Db
D
Decib

Slide 18 - Quiz