gesprekstechnieken

1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat voor soort ruis kennen we tijdens de communicatie?

Slide 2 - Open question

interne en externe ruis
Wat zijn open vragen?
A
Vragen die met ja of nee beantwoord kunnen worden.
B
Beginnen vaak met wat, waarom, wie, welke of wanneer.
C
Zijn bedoeld als openingszin.
D
Geven beperkt ruimte om te antwoorden

Slide 3 - Quiz

Open vragen geven iemand alle ruimte om uitgebreide antwoorden te geven. Je stelt open vragen als je wilt dat iemand uit zichzelf meer vertelt.
Gesloten vragen worden gebruikt om...
A
te checken of iets klopt.
B
meer informatie te krijgen.
C
kunnen niet worden beantwoord met ja of nee

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is parafraseren?
A
Een conclusie trekken uit wat iemand heeft gezegd
B
In eigen woorden vertellen wat een ander heeft gezegd
C
Iemand een wedervraag stellen
D
Het corrigeren van een uitspraak.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Feedback geven is....
A
Is een boodschap over de persoonlijkheid of prestaties van de ander
B
Is een boodschap over de persoonlijkheid en gedrag van de ander.
C
Is een boodschap over de gedrag of de prestaties van de ander
D
Is een boodschap over de persoonlijkheid

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Bij professionele gespreksvoering is ook je non-verbale communicatie erg belangrijk. Non-verbale communicatie is:
A
stil durven zijn
B
je gezichtsuitdrukking
C
je lichaamstaal

Slide 9 - Quiz

Non-verbale communicatie is alles wat iemand laat zien in zijn lichaamstaal.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Noem eens een voorbeeld van een formeel gesprek bij jou op stage

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Kun je een voorbeeld geven van een informeel gesprek dat je hebt gehad met een familielid van de zorgvrager?

Slide 12 - Open question

Een formeel gesprek hoeft niet altijd gepland te worden. In sommige situaties moet je direct met een zorgvrager in gesprek gaan. Een informeel gesprek vloeit dan over in een formeel gesprek. I

Slide 13 - Slide

1 formeel
2 informeel
3 formeel

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Hoe zou je kunnen zorgen voor structuur in een gesprek?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

De manier waarop de ruimte is ingericht draagt bij aan een prettige gesprekssfeer.
Waar zou jij op letten?

Slide 16 - Open question

Gezellige en sfeervolle ruimte (denk ook aan planten of een poster aan de muur).
Voldoende licht en frisse lucht.
Voldoende privacy (een aparte ruimte of gordijn).
Een gespreksopstelling die past bij het doel van het gesprek.
De temperatuur (niet te warm en niet te koud).

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

In professionele gespreksvoering is het belangrijk dat je je bewust bent van je lichaamstaal. Bij welke handelingen en/of begrippen is sprake van lichaamstaal?
A
je gezichtsuitdrukking
B
de ruimte waarin je zit
C
de woorden die je gebruikt
D
de zorgvrager een hand geven

Slide 21 - Quiz

Onder lichaamstaal valt alles wat te zien is aan het lichaam en de manier waarop iemand zijn lichaam gebruikt. Denk aan de gezichtsuitdrukking en het geven van een hand.(bron Learnbeat)