Hoofdstuk 7 Paragraaf 4 vervolg samengestelde ionen

Vooraf (I):
Zouten zijn ionaire verbindingen. Verbindingen tussen positieve ionen en negatieve ionen. 
=> Sterke verbinding 
=>Hoog smeltpunt
Positieve ionen zijn bijna allemaal metaal ionen
Negatieve ionen zijn bijna allemaal niet metaal ionen
Je spreekt bij zouten over een verhoudingsformule en niet over molecuulformule
Een zout is neutraal en bevat dus evenveel positieve als negatieve lading

1 / 16
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vooraf (I):
Zouten zijn ionaire verbindingen. Verbindingen tussen positieve ionen en negatieve ionen. 
=> Sterke verbinding 
=>Hoog smeltpunt
Positieve ionen zijn bijna allemaal metaal ionen
Negatieve ionen zijn bijna allemaal niet metaal ionen
Je spreekt bij zouten over een verhoudingsformule en niet over molecuulformule
Een zout is neutraal en bevat dus evenveel positieve als negatieve lading

Slide 1 - Slide

Vooraf (II)
Ionen worden veroorzaakt door elektronen die van een metaal atoom overspringen naar een niet metaal atoom. De ene wordt daarbij positief en de andere negatief.

Positief en negatief trekken elkaar aan daardoor ontstaat er zout

Slide 2 - Slide

Samengestelde ionen
Ionen die afkomstig zijn van atomen   :  enkelvoudige ionen

Ionen afkomstig van moleculen             : samengestelde ionen



                                              !! Belangrijk !!    
Zie het en behandel het samengestelde ion als 1 deeltje met een lading. (zet er haakjes omheen, als het meer dan 1 x in het ion voorkomt


Slide 3 - Slide

Verhoudingsformule
  1. Naam van het zout
  2. Symbolen van de ionen tussen haakjes achter elkaar, het positieve (samengestelde) ion voorop
  3. De totale lading van de positieve ionen moet gelijk zijn aan de totale lading van de negatieve ionen. Dit doe je door de juiste index te plaatsen. Deze indexgetallen moeten zo laag mogelijk blijven (als het index getal 1 is dan moet je het weglaten
  4. Verwijder de overtollige haakjes





Slide 4 - Slide

Oefeningen
Natriumchloride
Ammoniumchloride
Aluminiumchloride
Aluminiumsulfaat
IJzer(II)fosfaat

Probeer deze met de 4 stappen op te lossen
  1. Naam van het zout
  2. Symbolen van de ionen tussen haakjes achter elkaar, het positieve (samengestelde) ion voorop
  3. De totale lading van de positieve ionen moet gelijk zijn aan de totale lading van de negatieve ionen. Dit doe je door de juiste index te plaatsen. Deze indexgetallen moeten zo laag mogelijk blijven (als het index getal 1 is dan moet je het weglaten
  4. Verwijder de overtollige haakjes



Slide 5 - Slide

Oefening: Zilvernitraat

Slide 6 - Slide

Oefening: Zilvernitraat

Slide 7 - Slide

Oefenen  IJzer(III)nitraat

Slide 8 - Slide

Oefenen  IJzer(III)nitraat

Slide 9 - Slide

Oefenen  Aluminiumfosfaat

Slide 10 - Slide

Oefenen  Aluminiumfosfaat

Slide 11 - Slide

Oefenen  Lood(II)fosfaat

Slide 12 - Slide

Oefenen  Lood(II)fosfaat

Slide 13 - Slide

Oefenen
Dit krijg je alleen onder de knie als je goed gaat oefenen
Probeer nu zelf:

  1. Calciumcarbonaat
  2. Kaliumcarbonaat
  3. Aluminiumhydroxide
  4. Ammoniumfosfaat

Slide 14 - Slide

Oefenen
Dit krijg je alleen onder de knie als je goed gaat oefenen



Slide 15 - Slide

Oefen in tweetallen
De een bedenkt of zoek een zout op, dan ander maak daarvan de verhoudingsformule

Slide 16 - Slide