4.2 Vorming geslachtscellen 4V 2324

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
                         4.2 Vorming van geslachtscellen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
                         4.2 Vorming van geslachtscellen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

                   Interfase                     M-fase








                    S-fase                          profase

Slide 3 - Slide

Celdeling worteltop

Slide 4 - Slide

Doel 4.2

Je legt uit hoe haploïde geslachtscellen ontstaan uit diploïde lichaamscellen.


Je beschrijft de vorming van eicellen en spermacellen.

Slide 5 - Slide

Vorming geslachtscellen
Chromosomen in een gewone
lichaamscel van een man:



Slide 6 - Slide

Vorming geslachtscellen
Gewone lichaamscellen zijn
diploïd (2n). 
Beide chromosomen van een 
paar noem je homoloog.
Bij de mens 23 paar 
= 46 chromosomen

Slide 7 - Slide

Vorming geslachtscellen
Geslachtscellen zijn 
haploïd (n).

Bij de mens bevatten ze 
23 chromosomen.

Slide 8 - Slide

Vorming geslachtscellen
Reductiedeling/meïose
Voorbereiding is hetzelfde als bij
de mitose (G1 - S- G2)

Slide 9 - Slide

Doel van de meïose
BINAS 76B2

Slide 10 - Slide

Meïose I

Slide 11 - Slide

Meiose I
Profase I:
Kernmembraan verdwijnt. 
Chromosomen spiraliseren. 
Spoelfiguur vormt.
Chromosomen liggen als paren bij elkaar.
Crossing-over kan optreden.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Meiose I     
Metafase I:
Chromosomen twee aan twee in het
equatoriale vlak.
Spoelfiguren met trekdraden naar de 
centromeren, elk naar één chromosoom van een chromosomenpaar.

Slide 14 - Slide

Meiose I
Anafase I:
Spoelfiguren trekken chromosomen 
naar de polen.

Slide 15 - Slide

Meiose I
Telofase I:
Door insnoering  ontstaan twee haploïde
cellen.



Slide 16 - Slide

Meïose II

Slide 17 - Slide

Meïose II (~mitose)

Slide 18 - Slide

Meïose I

Slide 19 - Slide

Meïose II (~mitose)

Slide 20 - Slide

Wat maakt ieder mens uniek?
Tijdens de meïose kunnen 223 verschillende combinaties van chromosomen worden gemaakt.
Ook nog crossing-over.

Slide 21 - Slide

BINAS 86D

Slide 22 - Slide

Oögenese (vorming eicellen)
Eicellen zijn omgeven door follikelcellen uit het ovarium (de eierstok), het geheel heet een follikel.
Ontstaan al vóór de geboorte.
Uit 1 voorlopercel ontstaan 1 eicel en 3 poollichaampjes (poollichaampjes sterven af)



Slide 23 - Slide

Spermatogenese
Begint vanaf de puberteit
Zaadcellen worden gevormd in de 
zaadbuisjes van de testes (zaadballen). 
Vorming van 1 zaadcel duurt ongeveer 2 maanden.
Ze worden opgeslagen in de bijballen.
Bij zaadlozing ongeveer 3 mL = ong. 350 miljoen zaadcellen
= 10 % van het sperma



Slide 24 - Slide

Zaadballen
Zaadcellen zijn sterk gekronkeld.
Tussen de zaadbuisjes zitten
de cellen van Leydig, die 
produceren testosteron.

Slide 25 - Slide

Zaadballen
Van buiten naar binnen vormen
de zaadcellen zich. 
Aan de binnenkant zitten de 
voltooide zaadcellen,
die gaan richting de bijballen
mbv trilharen.

Slide 26 - Slide

Doel 4.2

Je kunt uitleggen hoe haploïde geslachtscellen ontstaan uit diploïde lichaamscellen.


Je beschrijft de vorming van eicellen en spermacellen.


Slide 27 - Slide

Nog vragen? 
Huiswerk:
Bestuderen 4.2
Maken: 27 t/m 30 en 32 t/m 35 (26 en 31 evt.)

Slide 28 - Slide