1. Tijdverlenging of inkorting toets.
2. Gebruik rekenmachine.
3. Gebruik rekenkaart (klas 1 en 2).
4. Gebruik landelijke rekenkaart (klas 3 en 4).
5. Vergrote, duidelijke opmaak toetsen.
6. In toetsen worden strategieveranderingen duidelijk aangegeven.
7. Mag een foto maken van aantekeningen (bord + schrift).
8. Specifieke hulpmiddelen in overleg met vakdocent.