longaandoeningen en gaswisseling bij dieren

longaandoeningen en gaswisseling bij dieren
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

longaandoeningen en gaswisseling bij dieren

Slide 1 - Slide

Programma
Bespreken programma komende tijd.
Korte herhaling vorige les. 
Uitleg basisstof 5 en 6.
oefenen op eindexamensite óf in je boek.

Slide 2 - Slide

Herhaling
Borstademhaling: Welke spieren gebruiken we? 

Buikademhaling: Welke spier gebruiken we hiervoor? 

Als het longvolume (longen worden groter) adem ik dan in of uit?

Slide 3 - Slide

lesdoelen

  • Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij astma, bronchitis, longemfyseem, COPD en hooikoorts.
  • Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij verschillende diergroepen.

Slide 4 - Slide

Astma
  • Bronchiën zijn chronisch ontstoken
  • Chronisch houdt in dat iets nooit meer over gaat. 
  • Bij een astma aanval spannen de spieren om de luchtpijptakjes zich samen. 
  • Bij een astma aanval krijg je een benauwd gevoel.
  • Astma is heel vaak erfelijk. 

Slide 5 - Slide

COPD
  • COPD is een verzamelnaam voor 2 longziektes: Chronische bronchitis en longemfyseem. 
  • Chronische bronchitis is een chronische ontsteking van de bronchiën. 
  • Bij longemfyseem gaan de longblaasjes kapot én kunnen ze minder goed uitrekken. 
  • Mensen met COPD kunnen soms maar de helft van het zuurstof opnemen in vergelijking met een gezond persoon. 
  • COPD wordt veroorzaak door het inademen van schadelijke gassen (roken!!)

                                                                    Vraag: Wat is het gevolg voor de verbrandingsreactie als je                                                                                               minder zuurstof kan opnemen? (sneller/ langzamer?)

Slide 6 - Slide

Hooikoorts
Hooikoorts is een allergische reactie op stuifmeelkorrels (pollen). 

Slide 7 - Slide

Bij longemfyseem veranderen trossen longblaasjes in één grote longblaas.

Verklaar waarom hierdoor minder gaswisseling kan plaatsvinden.

Slide 8 - Open question

Gaswisseling bij dieren
  • Zoogdieren, vogels en reptielen halen adem met longen. 
  • Zoogdieren en vogels zijn warmbloedig. 
  • Warmbloedig houdt in dat het lichaam 1 temperatuur heeft. 
  • Dit kost veel energie dus veel zuurstof, daarom groot longoppervlakte. 

  • Reptielen en amfibieën zijn koudbloedig. 
  • Lichaamstemperatuur past zich aan aan de omgeving. 
  • Kost minder energie (minder zuurstof) dus kleiner longoppervlakte. 

  • Amfibie: Als larf ademhaling met kieuwen en huid. Als volwassen dier
  • ademhaling met longen en huid.  

Slide 9 - Slide

Vissen

Slide 10 - Slide

Insecten
  • Insecten halen adem via tracheeën (buizenstelsel). Aan de buitenkant zitten openingen, de stigma's. 

Slide 11 - Slide

Vuursalamanders zijn amfibieën. Ze leven op het land in een vochtige omgeving.

Welke ademhalingsorganen hebben volwassen vuursalamanders?
A
Huid en longen
B
Kieuwen
C
Tracheeën

Slide 12 - Quiz

Sommige planten maken gifstoffen tegen schadelijke insecten, zoals rupsen. Zo'n gifstof kan invloed hebben op het ademhalingsstelsel van rupsen.

Hoe heet het ademhalingsstelsel van rupsen?

Slide 13 - Open question

Aan de slag
Oefenen op eindexamensite met de onderwerpen: 
ademhalingsstelsel óf vorm, bouw, leefwijze

Oefenen in het boek met basisstof 13.5 
maken opdracht: 1-2-3-6

Slide 14 - Slide