4.2 Platteland & Stad

4.2 Platteland en stad
Ontwikkelingen in landbouw en handel
1 / 41
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.2 Platteland en stad
Ontwikkelingen in landbouw en handel

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Leervragen
  1. Ik kan verschillende verbeteringen in de landbouw vanaf het jaar 1000 beschrijven.
  2. Ik kan uitleggen hoe een stad aan stadrechten kan komen.
  3. Ik kan beschrijven welke voordelen de Hanze had voor kooplieden.
  4. Ik kan uitleggen wat een gilde is en waarom ambachtslieden bij een gilde zitten.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Nieuwe technieken
  • Ontginnen
  • Arabisch halsjuk (ploeg)
  • Paard ipv. een Os
  • Drieslagstelsel

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

 Drieslagstelsel
  • rond het jaar 1000 ingevoerd
  • Land in drie stukken verdeeld
  • 1. Zomergraan
  • 2. Wintergraan
  • 3.Braak 

Slide 7 - Slide

Drieslagstelsel

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Meer voedsel= meer mensen

  • Door meer voedsel konden meer mensen gevoed worden. 


  • De bevolking van Europa groeit enorm

Slide 10 - Slide

Meer mensen= meer beroepen

  • Niet iedereen was meer nodig om eten te verbouwen


  • Mensen gingen zich specialiseren in ambachten

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat te doen met hogere opbrengst van het land?
  1. Bevolkingsgroei
  2. Ambachten nemen toe
  3. Handel neemt toe
  4. Jaarmarkten

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Aan de slag
4.2 maak opdracht 1 t/m 5

Slide 15 - Slide

Aantekeningen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

  • Meer handel=Meer steden

Slide 18 - Slide

Meer beroepen= meer handel
  • Iemand maakt een mand

  • Deze man = een ambachtsman

  • Deze persoon moet de mand ruilen tegen voedsel, anders heeft hij geen eten.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video


Werken in een gilde
  • Ambachtslieden
  • Mensen met hetzelfde ambacht zitten in een gilde.
  • Bij ziekte en overlijden kreeg het gezin hulp van het gilde.
De meeste gilden hadden een prachtig gildehuis. Hier werden, behalve vergaderingen, ook feesten gehouden. Heel het leven draaide om het gilde.
Voorbeelden van ambachten in een middeleeuwse stad:
- smid
- bakker
- timmerman
- meubelmaker
- brouwer
- kleermaker
  • Het gilde controleerde ook de kwaliteit van de producten en stelde de verkoopprijs vast.

Slide 24 - Slide

Van leerling 
tot meester
  • Je mag alleen een eigen bedrijf hebben, als je lid van een gilde bent.

  • Hiervoor moet je eerst meester worden:
  1. Je begon al erg jong als leerling;
  2. Daarna werd je gezel;
  3. En pas als je meesterproef had gedaan kon je meester worden. Je was dan vaak al ver boven de 30 jaar!
Middeleeuwse ambachtslieden aan het werk.

Slide 25 - Slide

De Hanze
  • Een groep steden in Europa werkte samen om meer handel te krijgen. 
  • Ze noemden hun vereniging de Hanze.

  1. Kooplieden reisden voortaan vaak samen.
  2. Kooplieden hoefden minder belasting te betalen 
  3. Kooplieden maakten met elkaar prijsafspraken.
Dit is een plattegrond van Deventer, een van de Hanze-steden.
De meeste steden hadden een plein, waarop markten werden gehouden.
De belangrijkste markt was de jaarmarkt, die een paar weken duurde.
Veel handelaren reisden van jaarmarkt naar jaarmarkt.

Slide 26 - Slide

Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze. 

Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting. 

Slide 27 - Slide

Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel. Welke oorzaak had dat?
A
De boeren hadden geleerd het land te bemesten.
B
De boeren lieten hun kinderen meehelpen op het land.
C
Er kwamen steeds meer boeren, omdat de mensen in steden ook moesten eten
D
De boeren gebruikten betere werktuigen.

Slide 28 - Quiz

Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Als een gildelid ziek is, zorgen de andere leden voor hem en zijn gezin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Een boer is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Een timmerman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

Een marktkoopman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

Een zilversmid is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quiz

Als je goed genoeg was, moest je de ???? afleggen. Dat was een soort examen. Als je slaagde, mocht je lid worden van het gilde.

Welk woord moet er op de vraagtekens staan?
A
gilde
B
meester
C
meesterproef
D
leerling

Slide 35 - Quiz

Aan de slag
Maak 4.2: 9 t/m 14

Slide 36 - Slide

Begrippen 
  • drieslagstelsel
  • ambacht
  •  stadsrechten 
  • hanze
  • gilde
  • geldeconomie

Slide 37 - Slide

Aantekeningen 

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

Slide 41 - Video