H1 - 1.4 en 1.5

Deze les

Uitleg 1.4

Zelfstandig werken

Uitleg 1.5

Zelfstandig werken

1 / 37

Slide 1: Slide

WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with text slides.

Items in this lesson

Deze les

Uitleg 1.4

Zelfstandig werken

Uitleg 1.5

Zelfstandig werken

Slide 1 - Slide

1.4 - Exponentiële functies

Algemene vorm:

N (t) = b \cdot g^{​ t ​ ​}

Slide 2 - Slide

1.4 - Exponentiële functies

Algemene vorm:
b: beginhoeveelheid

N (t) = b \cdot g^{​ t ​ ​}

Slide 3 - Slide

1.4 - Exponentiële functies

Algemene vorm:
b: beginhoeveelheid
g: groeifactor

N (t) = b \cdot g^{​ t ​ ​}

Slide 4 - Slide

1.4 - Exponentiële functies

Algemene vorm:
b: beginhoeveelheid
g: groeifactor
Groeifactor omrekenen d.m.v. macht of wortel

N (t) = b \cdot g^{​ t ​ ​}

Slide 5 - Slide

1.4 - Exponentiële functies

Algemene vorm:
b: beginhoeveelheid
g: groeifactor
Groeifactor omrekenen d.m.v. macht of wortel
Stel g = 1,5 per week

N (t) = b \cdot g^{​ t ​ ​}

Slide 6 - Slide

1.4 - Exponentiële functies

Algemene vorm:
b: beginhoeveelheid
g: groeifactor
Groeifactor omrekenen d.m.v. macht of wortel
Stel g = 1,5 per week
Per maand?

N (t) = b \cdot g^{​ t ​ ​}

Slide 7 - Slide

1.4 - Exponentiële functies

Algemene vorm:
b: beginhoeveelheid
g: groeifactor
Groeifactor omrekenen d.m.v. macht of wortel
Stel g = 1,5 per week
Per maand

N (t) = b \cdot g^{​ t ​ ​}

g = 1, 5^{​ 4 ​ ​}

Slide 8 - Slide

1.4 - Exponentiële functies

Algemene vorm:
b: beginhoeveelheid
g: groeifactor
Groeifactor omrekenen d.m.v. macht of wortel
Stel g = 1,5 per week
Per maand

N (t) = b \cdot g^{​ t ​ ​}

g = 1, 5^{​ 4 ​ ​} \approx 5, 06

Slide 9 - Slide

1.4 - Exponentiële functies

Algemene vorm:
b: beginhoeveelheid
g: groeifactor
Groeifactor omrekenen d.m.v. macht of wortel
Stel g = 1,5 per week
Per jaar?

N (t) = b \cdot g^{​ t ​ ​}

Slide 10 - Slide

1.4 - Exponentiële functies

Algemene vorm:
b: beginhoeveelheid
g: groeifactor
Groeifactor omrekenen d.m.v. macht of wortel
Stel g = 1,5 per week
Per jaar?

N (t) = b \cdot g^{​ t ​ ​}

g = 1, 5^{​ 52 ​ ​}

Slide 11 - Slide

1.4 - Exponentiële functies

Algemene vorm:
b: beginhoeveelheid
g: groeifactor
Groeifactor omrekenen d.m.v. macht of wortel
Stel g = 1,5 per week
Per halve week?

N (t) = b \cdot g^{​ t ​ ​}

Slide 12 - Slide

1.4 - Exponentiële functies

Algemene vorm:
b: beginhoeveelheid
g: groeifactor
Groeifactor omrekenen d.m.v. macht of wortel
Stel g = 1,5 per week
Per halve week

N (t) = b \cdot g^{​ t ​ ​}

g = \sqrt ​ 1, 5 ​ ​ ​

Slide 13 - Slide

1.4 Exponentiële functies

Groeifactor berekenen:

Slide 14 - Slide

1.4 Exponentiële functies

Groeifactor berekenen:

g = \frac{​ n i e u w ​ ​}{​ o u d ​}

Slide 15 - Slide

1.4 Exponentiële functies

Groeifactor berekenen:

Stel iets neem met 16% toe. Bereken groeifactor.

g = \frac{​ n i e u w ​ ​}{​ o u d ​}

Slide 16 - Slide

1.4 Exponentiële functies

Groeifactor berekenen:

Stel iets neem met 16% toe. Bereken groeifactor.

Oud : 100%

g = \frac{​ n i e u w ​ ​}{​ o u d ​}

Slide 17 - Slide

1.4 Exponentiële functies

Groeifactor berekenen:

Stel iets neem met 16% toe. Bereken groeifactor.

Oud : 100%

Nieuw: 116%

g = \frac{​ n i e u w ​ ​}{​ o u d ​}

Slide 18 - Slide

1.4 Exponentiële functies

Groeifactor berekenen:

Stel iets neem met 16% toe. Bereken groeifactor.

Oud : 100%

Nieuw: 116%

g = \frac{​ n i e u w ​ ​}{​ o u d ​}

g = \frac{​ 1 1 6 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

Slide 19 - Slide

1.4 Exponentiële functies

Groeifactor berekenen:

Stel iets neem met 16% toe. Bereken groeifactor.

Oud : 100%

Nieuw: 116%

g = \frac{​ n i e u w ​ ​}{​ o u d ​}

g = \frac{​ 1 1 6 ​ ​}{​ 1 0 0 ​} = 1, 16

Slide 20 - Slide

Zelfstandig werken

Maak opgave 22 t/m 28

Klaar? Nakijken

Daarna maken 29 t/m 34

Slide 21 - Slide

1.5 Rekenen met exponenten

Rekenregels
Bij vermenigvuldigen en grondtal is gelijk: machten optellen
Bij vermenigvuldigen en grondtal niet gelijk: kan niet korter
Bij macht van een macht: exponenten vermenigvuldigen
Bij machten delen met zelfde grondtal: machten van elkaar afhalen

Slide 22 - Slide

1.5 Rekenen met exponenten

g^{​ a ​ ​} \cdot g^{​ b ​ ​} = g^{​ a + b ​ ​}

Slide 23 - Slide

1.5 Rekenen met exponenten

g^{​ a ​ ​} \cdot g^{​ b ​ ​} = g^{​ a + b ​ ​}

(g^{​ a ​ ​})^{​ b ​ ​} = g^{​ a \cdot b ​ ​}

Slide 24 - Slide

1.5 Rekenen met exponenten

g^{​ a ​ ​} \cdot g^{​ b ​ ​} = g^{​ a + b ​ ​}

(g^{​ a ​ ​})^{​ b ​ ​} = g^{​ a \cdot b ​ ​}

\frac{​ g ^{​ a ​ ​} ​ ​}{​ g ^{​ b ​ ​} ​} = g^{​ a - b ​ ​}

Slide 25 - Slide

1.5 Rekenen met exponenten

voorbeeld:

4^{​ 2 ​ ​} \cdot (4^{​ 3 ​ ​})^{​ 5 ​ ​} =

Slide 26 - Slide

1.5 Rekenen met exponenten

voorbeeld:

4^{​ 2 ​ ​} \cdot (4^{​ 3 ​ ​})^{​ 5 ​ ​} = 4^{​ 2 ​ ​} \cdot 4^{​ 15 ​ ​}

Slide 27 - Slide

1.5 Rekenen met exponenten

voorbeeld:

4^{​ 2 ​ ​} \cdot (4^{​ 3 ​ ​})^{​ 5 ​ ​} = 4^{​ 2 ​ ​} \cdot 4^{​ 15 ​ ​} = 4^{​ 17 ​ ​}

Slide 28 - Slide

1.5 Rekenen met exponenten

voorbeeld:

\frac{​ 9 ^{​ 2 n ​ ​} \cdot 9 ^{​ 3 ​ ​} \cdot ( 9 ^{​ n ​ ​} ) ^{​ 5 ​ ​} ​ ​}{​ 9 \cdot 9 ^{​ 4 n ​ ​} ​}

Slide 29 - Slide

1.5 Rekenen met exponenten

voorbeeld:

\frac{​ 9 ^{​ 2 n ​ ​} \cdot 9 ^{​ 3 ​ ​} \cdot 9 ^{​ 5 n ​ ​} ​ ​}{​ 9 \cdot 9 ^{​ 4 n ​ ​} ​}

Slide 30 - Slide

1.5 Rekenen met exponenten

voorbeeld:

\frac{​ 9 ^{​ 7 n ​ ​} \cdot 9 ^{​ 3 ​ ​} ​ ​}{​ 9 \cdot 9 ^{​ 4 n ​ ​} ​}

Slide 31 - Slide

1.5 Rekenen met exponenten

voorbeeld:

\frac{​ 9 ^{​ 7 n + 3 ​ ​} ​ ​}{​ 9 \cdot 9 ^{​ 4 n ​ ​} ​}

Slide 32 - Slide

1.5 Rekenen met exponenten

voorbeeld:

\frac{​ 9 ^{​ 7 n + 3 ​ ​} ​ ​}{​ 9 ^{​ 4 n + 1 ​ ​} ​}

Slide 33 - Slide

1.5 Rekenen met exponenten

voorbeeld:

\frac{​ 9 ^{​ 7 n + 3 ​ ​} ​ ​}{​ 9 ^{​ 4 n + 1 ​ ​} ​} = 9^{​ 3 n + 2 ​ ​}

Slide 34 - Slide

Zelfstandig werken

Maken 29 t/m 34

Slide 35 - Slide

Kennen en kunnen

Je weet wat functie, functievoorschrift, functiewaarde, afhankelijke en onafhankelijke variabelen zijn.
Je weet wat een richtingscoëfficiënt is
Je kan een vergelijking van een lijn herleiden
Je kunt het snijpunt van twee lineaire functies berekenen
Je kunt een stelsel van vergelijkingen oplossen
Je kunt ene groeifactor omrekenen naar andere tijdseenheid
Je kunt rekenen met exponenten

Slide 36 - Slide

Rep H1

Maandag 13 november

Slide 37 - Slide

H1 - 1.4 en 1.5

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

More lessons like this

H1 - 1.4 en 1.5

Week 1 3V: Exponentiële functies

exponentiele groei en rekenen met exponenten

1.4 en 1.5 exponentiele groei, groeifactor en tijd

H1 - filmpjes & belangrijke onderdelen

voorkennis, 7.1, 7.2 en 7.3

5.5 Negatieve exponenten

H1: Lineaire en exponentiële functies