Sterke en zwakke ww

Toets TW 3; Spelling H3 t/m H5

H3; Spelling; meervouden op -en correct spellen

H4; Spelling; meervouden op -s correct spellen

Woorden met ei of ij correct spellen

H5; Spelling; Bijvoeglijk naamwoord

Woorden met g, gg en ch correct spellen

Wat gaan we vandaag doen?

H3. Spelling; de verleden tijd van sterke werkwoorden

H4. Spelling; voltooid en onvoltooid deelwoord

Sterke en zwakke werkwoorden
hoe zat het ook al weer?

Vervoegen ww vt en voltooid deelwoord

Timo […] bijna 50.000 euro van zijn grootouders. (erven, pv vt)

1. erft
2. erfd
3. ervt
4. ervd

Petra … (voeden) de baby, voordat ze hem in bed … (leggen).

De meester ___________ de lengte van ons lokaal. (meten, pv vt)

1. meete
2. meette
3. mat

Ik […] al dat je het antwoord op die vraag niet wist. (vermoeden, pv vt)

Waarom […] jij Angelina van de trap?
(duwen, pv vt)

1. duwede
2. duwde
3. duwte
4. douw

Terwijl de leraar … (praten), … (luisteren) de leerlingen (pv vt).

Wie zijn er klaar en wie niet? Waaraan zie je dat?

a Sam en Duco gaan fietsend naar de training.

b Sabine en Clarine zijn naar de training gefietst.

c Misha en Jari hebben tot ’s avonds laat gekletst.

d Philipine en Eva lopen kletsend door de winkelstraat.

Voltooid deelwoord

De gebeurtenis is voltooid = klaar.

Onderdeel van het gezegde

Vorm van hebben, zijn of worden. 

 Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden eindigt vaak op -en.

Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt op -d of -t  (’t (e)x-foksch(aa)p)

Onvoltooid deelwoord

Het is nog niet klaar, de gebeurtenis is nog bezig.

Het onvoltooid deelwoord spel je als infinitief + d: juichen + d → juichend