2 - Les 2 - Taal voor een leerkracht, taal voor een leerling

2 - Taal voor een leerling, taal voor een leerkracht
1 / 140
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 140 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

2 - Taal voor een leerling, taal voor een leerkracht

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Les 2 - Taal voor een leerkracht - taal voor leerlingen
pg.21

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe leren kinderen hun moedertaal?

pg.21

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Inleiding

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is jouw moedertaal?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Wat kan je je nog herinneren van de manier waarop je je moedertaal hebt geleerd?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Hoe verschilde dat leerproces van talen leren op school?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Wat helpt jou het meest bij
het leren van een nieuwe taal?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

1. Hoe leren kinderen hun moedertaal?
pg. 21
Werk in duo.
  • Eén leerling leest het fragment uit "Taal" voor en 
  • De andere leerling leest de informatie over Sterre Leufkens.
  • Bespreek samen: Welke waarde heeft een leerkracht volgens het fragment bij het leren van een taal?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Welke waarde heeft een leerkracht bij het leren van een taal? 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

pg.22

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

fouten
Vorm een duo.
Iemand leest het fragment voor en de ander de informatie over Sterre Leufkens. 
pg.22

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

pg.22

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

3 soorten fouten
Een taalfout
  • een grammaticale fout of een verkeerd gebruikt woord 
  • vb. de meisje / hij noemt Patrick.
Een spelfout
  • een fout tegen de spellingsregels 
  • vb. onmiddelijk ipv onmiddellijk
een typfout
  • een foutje dat per ongeluk gemaakt wordt tijdens het typen van een tekst. vb. vna ipv van
pg.22

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Taalfout
Spelfout
Typfout
Een fout die per ongeluk ontstaat tijdens het typen van een tekst.
De spellingscontrole van de computer duidt deze meestal aan.
Een overtreding van de spellingsregels.
Vaak kent de taalgebruiker de juiste regel niet.
Een grammaticale fout of een verkeerd gebruikt woord.

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

pg.22

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Waarop worden de meeste fouten gemaakt in het Nederlands?

Slide 17 - Mind map

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 19 - Video

This item has no instructions

de of het
  • Wat betekent "de leven"? 
  • Wat voor soort fout is een de/het fout
  • Wie maakt wel eens de/het fouten? 
  • Welke logica zit er achter het gebruiken van de of het?
  • We zoeken dit op op www.onzetaal.nl 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Link

This item has no instructions

Taalverwerving
  • Voor moedertaalregels is de/het een impliciete taalregel die je van jongsafaan eigen wordt. Voor tweedetaalverwervers is dit een lastigere regel om te leren...


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Hoe kan je dat opzoeken?
Een goed hulpmiddel om op te zoeken of een woord met "de of het" geschreven wordt, is www.woordenlijst.org 

Er zijn nog andere websites die jou kunnen ondersteunen bij taalvragen en -taken. Dit gaan we in de volgende opdracht verder onderzoeken. 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Link

This item has no instructions

Taalfout of spelfout?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions


A
taalfout
B
spelfout

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions


A
taalfout
B
spelfout

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions


A
taalfout
B
spelfout

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions


A
taalfout
B
spelfout

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions


A
taalfout
B
spelfout

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions


A
taalfout
B
spelfout

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions


A
taalfout
B
spelfout

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Taalfoutjes onder de loep
hen of hun? 
die of dat?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Hun, hen of ze?

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Video

This item has no instructions

hen
Na een voorzetsel:
  • Ik geef de roos aan hen.

Als lijdend voorwerp:
  • Iedereen feliciteerde hen.

tip: Zij werden gefeliciteerd. 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

hun
Als meewerkend voorwerp:
  • Ik geef hun de roos.
tip: "aan/voor" hen

Als bezittelijk voornaamwoord:
  • Het is hun roos.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Ik verwacht een reactie van ...
A
hen
B
hun

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Hij schonk ... een kop koffie in.
A
hen
B
hun

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Hij heeft ... ontslagen.
A
hen
B
hun

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

De mensen stonden om ... heen
A
hen
B
hun

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

De kinderen maakten ... eigen lunchpakket.
A
hen
B
hun

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Verwerking: hand-out + bookwidget
Open de hand-out voor een overzicht van de regels: 
Smartschool - Nederlands 5OpB - documenten - ondersteuning - Spelling + grammatica - hen hun

Maak de bijhorende oefeningen in de bookwidget:
oefeningen - Les 2 - 
  1. hen of hun: theorie
  2. hen of hun: oefeningen

timer
15:00

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Per twee: hen of hun? 
Vraag je medeleerling af in drie rondes. Doe dit door PIEP te zeggen in plaats van HEN of HEN.
  • Zet een X als de leerling het fout heeft.
  • In de tweede ronde herhaal je enkel de zinnen waar nog een X staat.

De leerling met de langste familienaam wordt eerst afgevraagd.

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

die of dat?

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Wat is hier fout?

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Slide 48 - Video

This item has no instructions

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

... boeken moeten nog opgeruimd worden.
A
Dit
B
Dat
C
Deze
D
Die

Slide 51 - Quiz

This item has no instructions

... boek hier moet je gelezen hebben!
A
Dit
B
Dat
C
Deze
D
Die

Slide 52 - Quiz

This item has no instructions

Zie je ... huis daar?
A
dit
B
dat
C
deze
D
die

Slide 53 - Quiz

This item has no instructions

Leerlingen ... deze regel kennen zullen goed voorbereid zijn voor het examen.
A
dit
B
dat
C
deze
D
die

Slide 54 - Quiz

This item has no instructions

Slide 55 - Slide

This item has no instructions

Verwerking: hand-out + bookwidget
Open de hand-out voor een overzicht van de regels: 
Smartschool - Nederlands 5OpB - documenten - ondersteuning - Spelling + grammatica - aanwijzende en betrekkelijke voornaamwoorden


Maak de bijhorende oefeningen in bookwidgets:
oefeningen - Les 2 - dit - dat - deze - die

timer
15:00

Slide 56 - Slide

This item has no instructions

buigings-e

Slide 57 - Slide

This item has no instructions

Wat is juist?
Wie kan uitleggen waarom?
A
een mooi boek
B
een mooie boek

Slide 58 - Quiz

This item has no instructions

Slide 59 - Slide

This item has no instructions

de ... auto
A
snel
B
snelle

Slide 60 - Quiz

This item has no instructions

het ... schilderij
A
mooi
B
mooie

Slide 61 - Quiz

This item has no instructions

een ... complot
A
ingenieus
B
ingenieuze

Slide 62 - Quiz

This item has no instructions

het ... gepieker
A
eeuwig
B
eeuwige

Slide 63 - Quiz

This item has no instructions

... huis hebben jullie!
A
Leuk
B
Leuke

Slide 64 - Quiz

This item has no instructions

Ze voelde een ... verwondering over de schoonheid van het heelal.
A
diep
B
diepe

Slide 65 - Quiz

This item has no instructions

Een ... meisje
A
stoer
B
stoere

Slide 66 - Quiz

This item has no instructions

Slide 67 - Slide

This item has no instructions

Verwerking: hand-out + bookwidget
Open de hand-out voor een overzicht van de regels: 
Smartschool - Nederlands 5OpB- documenten - ondersteuning - Hulpkaarten spelling 
  • aanwijzende en betrekkelijke voornaamwoorden 
  • buigings-e

Maak de bijhorende oefeningen in bookwidgets:
oefeningen - Les 2 
  • dit - dat - deze - die
  • De- of het-woorden / buigings-e

timer
15:00

Slide 68 - Slide

This item has no instructions

Twee soorten taalregels
pg.23

Slide 69 - Slide

This item has no instructions

pg.23

Slide 70 - Slide

This item has no instructions

2. Twee soorten taalregels
pg.23

Slide 71 - Slide

This item has no instructions

pg.23

Slide 72 - Slide

This item has no instructions

Slide 73 - Slide

This item has no instructions

impliciete taalregels
expliciete taalregels
verbuigings-e: een mooi huis
de of het?
woordvolgorde in de zin: ik blijf thuis omdat ik ziek ben.
voornaamwoorden: Het boek dat ik heb gelezen.
tussen-n: pannenkoek
hij wordt met dt
apostrof in sms'je
onmiddellijk
umlaut: 2 puntjes op reünie

Slide 74 - Drag question

This item has no instructions

Waarom zijn dt-regels in feite 'makkelijke' regels?

Slide 75 - Open question

This item has no instructions

Missen is menselijk ... over taalfouten

pg.28

Slide 76 - Slide

This item has no instructions

DT :)
pg.36

Slide 77 - Slide

This item has no instructions

Hoe goed kan jij dt .. onder tijdsdruk?
We testen dit uit met een kahootquiz. Je krijgt slechts vijf seconden de tijd ...

Slide 78 - Slide

https://create.kahoot.it/details/e2e9e1e5-d755-4615-b317-5d0c72edeeb6

Slide 79 - Link

This item has no instructions

Maak je nog dezelfde fouten zonder tijdsdruk?
Wie nemen nu rustig de tijd om de zinnen uit de quiz te bekijken. Maak je nog steeds dezelfde fouten?

Slide 80 - Slide

https://create.kahoot.it/details/14163c11-2788-4cf8-a2f4-e78163d0da50
Een orthopedagoog kan onder meer onderzoeken hoe een kind zich ...
A
ontwikkelt
B
ontwikkeld

Slide 81 - Quiz

This item has no instructions

De voorzitter ... nog steeds vast aan haar plan om deze drie bedrijven samen te voegen.
A
houd
B
houdt

Slide 82 - Quiz

This item has no instructions

De website ... tegenwoordig de noodzaak van een coronatest.
A
vermeld
B
vermeldt

Slide 83 - Quiz

This item has no instructions

Het is onverantwoord dat we zo lang op een voorstel moesten ...
A
wachten
B
wachtten

Slide 84 - Quiz

This item has no instructions

De krant zoekt een partner die zich zo min mogelijk met de redactie ...
A
bemoeit
B
bemoeid

Slide 85 - Quiz

This item has no instructions

Er worden pas maatregelen genomen als er iets erg is ...
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 86 - Quiz

This item has no instructions

In 2019 ... er 22 duizend asielzoekers naar Nederland.
A
vluchten
B
vluchtten

Slide 87 - Quiz

This item has no instructions

Mijn ouders denken dat mijn schoolwerk negatief wordt ... door mijn bijbaantje.
A
beïnvloed
B
beïnvloedt

Slide 88 - Quiz

This item has no instructions

Frankrijk wil mondmaskers in de openbare ruimte ...
A
verplichten
B
verplichtten

Slide 89 - Quiz

This item has no instructions

Hoe komt het dat je sneller een fout maakt onder tijdsdruk?
Onder tijdsdruk zijn mensen geneigd om de vorm te kiezen die het meest voorkomt en die taalgebruikers al het vaakst zijn tegengekomen. 

vb. 'wordt' komt vaker voor dan 'word'

Slide 90 - Slide

https://create.kahoot.it/details/14163c11-2788-4cf8-a2f4-e78163d0da50

Slide 91 - Slide

This item has no instructions

Kan je dit dan verklaren?

Slide 92 - Slide

https://create.kahoot.it/details/14163c11-2788-4cf8-a2f4-e78163d0da50
Bedenk een verklaring waarom jongens sneller dt-fouten zouden maken in chatgesprekken

Slide 93 - Open question

This item has no instructions

Kan je dit dan verklaren?

Slide 94 - Slide

https://create.kahoot.it/details/14163c11-2788-4cf8-a2f4-e78163d0da50
Kan je dit dan verklaren?

Slide 95 - Slide

https://create.kahoot.it/details/14163c11-2788-4cf8-a2f4-e78163d0da50
Is de dt-regel een impliciete of expliciete taalregel?
A
impliciet
B
expliciet

Slide 96 - Quiz

This item has no instructions

5. Over taalfouten
pg.28

Slide 97 - Slide

This item has no instructions

5. Over taalfouten
pg.28

Slide 98 - Slide

This item has no instructions

5. Over taalfouten
pg.28

Slide 99 - Slide

This item has no instructions

Test je kennis van DT!
We starten met een begintest: Hoe is het gesteld met jouw kennis van de DT-regel?



Nederlands 5OpB > oefeningen > Les 2 > Begintest DT-regel
minder dan 20? 
Maak in je remediëring planner de oefening spelling werkwoorden stappenplan samen met de leerkracht
20 - 50
Neem de hulpkaart door. Zet de oefeningen klaar in je remediëring planner waar je nog op wil werken. Dit doe je zelfstandig. Kies uit: werkwoorden OTT / OVT / VD / alle tijden
Begintest DT + remediëring
50 - 60
Maak: 
  • uitbreiding werkwoorden en fouten 
  • extra oefening fouten

Slide 100 - Slide

This item has no instructions

Hand-out 
De hand-outs met het overzicht van de regels vind je hier:
Smartschool - Nederlands 5OpB - documenten - ondersteuning - Hulpkaarten spelling: 
  • spelling werkwoorden
  • lijst sterke werkwoorden

Slide 101 - Slide

This item has no instructions

Wat loopt hier mis?

Slide 102 - Slide

This item has no instructions

Wat loopt hier mis?

Slide 103 - Slide

This item has no instructions

pg.28

Slide 104 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk: tussenstop 1
Gebruik onderstaande hulpmiddelen:
Nederlands 5OpB > oefeningen > Les 2 > Tussenstop 1: werkwoorden

Slide 105 - Slide

This item has no instructions

Tussenstop 1
Test je kennis van DT: 
  • Ga naar smartschool:
  • vakken > Nederlands 5 OpBa > Oefeningen > Les 2 Taal voor een ... > Is het d, t of dt? Of tt of dd?

pg.58
timer
10:00

Slide 106 - Slide

This item has no instructions

pg.58

Slide 107 - Slide

This item has no instructions

Slide 108 - Slide

This item has no instructions

Slide 109 - Slide

This item has no instructions

pg.58

Slide 110 - Slide

This item has no instructions

Slide 111 - Slide

This item has no instructions

Slide 112 - Slide

This item has no instructions

pg.58

Slide 113 - Slide

This item has no instructions

Slide 114 - Slide

This item has no instructions

Slide 115 - Slide

This item has no instructions

pg.58

Slide 116 - Slide

This item has no instructions

Engelse werkwoorden
Werkwoorden die geleend zijn uit het Enwoordige tijd (streamt, streamen), -de(n) of -te(n) in de verleden tijd (streamde, mixte) en -d of -t in het voltooid deelwoord (gestreamd, gemixt).

  • Soms komt er dan een extra -e in het werkwoord voor: timen - ik time - jij/hij timet - timede - getimed.
  • Werkwoorden die in het Engels op een dubbele medeklinker eindigen, behouden die in het Nederlands als dat nodig is voor de uitspraak van de klinker die ervoor staat: baseballt - baseballde - gebaseballd . Als de dubbele medeklinker niet bepalend is voor de uitspraak van de klinker in de stam, vervalt die volgens de officiële regels altijd: grilt - grilde - gegrild, strest - streste - gestrest
pg.410

Slide 117 - Slide

This item has no instructions

Slide 118 - Slide

This item has no instructions

pg.58

Slide 119 - Slide

This item has no instructions

Engelse werkwoorden
Werkwoorden die geleend zijn uit het Enwoordige tijd (streamt, streamen), -de(n) of -te(n) in de verleden tijd (streamde, mixte) en -d of -t in het voltooid deelwoord (gestreamd, gemixt).

  • Soms komt er dan een extra -e in het werkwoord voor: timen - ik time - jij/hij timet - timede - getimed.
  • Werkwoorden die in het Engels op een dubbele medeklinker eindigen, behouden die in het Nederlands als dat nodig is voor de uitspraak van de klinker die ervoor staat: baseballt - baseballde - gebaseballd . Als de dubbele medeklinker niet bepalend is voor de uitspraak van de klinker in de stam, vervalt die volgens de officiële regels altijd: grilt - grilde - gegrild, strest - streste - gestrest
pg.411

Slide 120 - Slide

This item has no instructions

Engelse werkwoorden
Werkwoorden die geleend zijn uit het Enwoordige tijd (streamt, streamen), -de(n) of -te(n) in de verleden tijd (streamde, mixte) en -d of -t in het voltooid deelwoord (gestreamd, gemixt).

  • Soms komt er dan een extra -e in het werkwoord voor: timen - ik time - jij/hij timet - timede - getimed.
  • Werkwoorden die in het Engels op een dubbele medeklinker eindigen, behouden die in het Nederlands als dat nodig is voor de uitspraak van de klinker die ervoor staat: baseballt - baseballde - gebaseballd . Als de dubbele medeklinker niet bepalend is voor de uitspraak van de klinker in de stam, vervalt die volgens de officiële regels altijd: grilt - grilde - gegrild, strest - streste - gestrest
pg.411

Slide 121 - Slide

This item has no instructions

Slide 122 - Slide

This item has no instructions

Meer info?
Bekijk de theorie van de werkwoordspelling op pg.408

Slide 123 - Slide

This item has no instructions

Test je kennis van DT: 
  • Ga naar smartschool:
  • vakken > Nederlands 5 OpBa > Oefeningen > Les 2 Taal voor een ... > Is het d, t of dt? Of tt of dd?

PV in de ott pg.408-409
timer
2:00
pg.59

Slide 124 - Slide

This item has no instructions

Slide 125 - Slide

This item has no instructions

Test je kennis van DT: 
  • Ga naar smartschool:
  • vakken > Nederlands 5 OpBa > Oefeningen > Les 2 Taal voor een ... > Is het d, t of dt? Of tt of dd?

Inversie
 pg.410
timer
3:00
pg.59

Slide 126 - Slide

This item has no instructions

Slide 127 - Slide

This item has no instructions

Test je kennis van DT: 
  • Ga naar smartschool:
  • vakken > Nederlands 5 OpBa > Oefeningen > Les 2 Taal voor een ... > Is het d, t of dt? Of tt of dd?

PV in ovt
 pg.408-409
timer
2:00
pg.60

Slide 128 - Slide

This item has no instructions

Slide 129 - Slide

This item has no instructions

Test je kennis van DT: 
  • Ga naar smartschool:
  • vakken > Nederlands 5 OpBa > Oefeningen > Les 2 Taal voor een ... > Is het d, t of dt? Of tt of dd?

voltooid deelwoord pg.408-409
timer
2:00
pg.60

Slide 130 - Slide

This item has no instructions

Slide 131 - Slide

This item has no instructions

Test je kennis van DT: 
  • Ga naar smartschool:
  • vakken > Nederlands 5 OpBa > Oefeningen > Les 2 Taal voor een ... > Is het d, t of dt? Of tt of dd?

imperatief pg.410
timer
2:00
pg.60

Slide 132 - Slide

This item has no instructions

Slide 133 - Slide

This item has no instructions

Test je kennis van DT: 
  • Ga naar smartschool:
  • vakken > Nederlands 5 OpBa > Oefeningen > Les 2 Taal voor een ... > Is het d, t of dt? Of tt of dd?

Engelse ww'n pg.411
timer
2:00
pg.61

Slide 134 - Slide

This item has no instructions

Slide 135 - Slide

This item has no instructions

Bookwidget
Huiswerk:  
  • Ga naar smartschool:
  • vakken > Nederlands 5 OpBa > Oefeningen > Les 2 Taal voor een ... > Is het d, t of dt? Of tt of dd?

Slide 136 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie:
AGENDA:

Toets
  • Toets van les 2 (taal voor een leerkracht, taal voor leerlingen) op ______________________

Slide 137 - Slide

This item has no instructions

Boeken toe... Wedstrijdje!
Wie blijft er het langst in de competitie? 
Neem per 2 een bordje.
De leerkracht dicteert zinnen. Vervoeg het werkwoord.

Slide 138 - Slide

This item has no instructions

(niet voor lln)
  1. Nu (vinden) vind ik het genoeg geweest!
  2. De leraar (beoordelen) beoordeelt de leerlingen meestal positief, maar vandaag (betreuren) betreurt hij de zwakke resultaten.
  3. Het (worden) wordt gelukkig weer beter weer.
  4. Dat (beloven) belooft spannend te worden.
  5. Het (gebeuren) gebeurt te vaak dat automobilisten fietsert niet goed gezien hebben.
  6. (Antwoorden) Antwoord jij altijd zo onbeleefd als jou iets gevraagd (worden) wordt?
  7. (Benijden) Benijdt de buurman jou om jouw nieuwe auto?
  8. Het is nog niet duidelijk wie de misdaad gepleegd heeft, maar blijkbaar (vermoeden) vermoedt de politie dat er een bende aan het werk is.
  9. Gisteren (landen) landde een vliegtuig met succes op het water. Alle inzittenden konden gered worden.
  10. Gelukkig (posten) postte ik dat kaartje nog net op tijd. Anders had ze geen enkel kaartje ontvangen voor haar verjaardag.
  11. De goochelshow was een groot succes. De kinderen (lachen) lachten de hele tijd.
  12. De krant (berichten) berichtte vorig jaar al over de toegenome armoede.

Slide 139 - Slide

This item has no instructions

(niet voor lln deel 2)
  1. Hij heeft altijd (beweren) beweerd dat hij onschuldig was.
  2. Je hoeft niet boos te zijn, ze heeft het zo niet (bedoelen) bedoeld.
  3. Er is deze week weer veel (gebeuren) gebeurd dat ik je nog niet (vertellen) verteld heb.
  4. Heb jij je huiswerk al (maken) gemaakt?
  5. Hij heeft alle vragen goed (beantwoorden) beantwoord.
  6. (worden) Word nu toch eens volwassen!
  7. (staren) Staar niet zo naar die mensen.
  8. (zijn) Wees voorzichtig op de weg!
  9. (opwinden) Wind je niet zo op.
  10. Die trainer (coachen) coacht/coachte die turners al jaren.
  11. Mijn broer (skateboarden) skateboardde vroeger heel graag, maar nu (voleyballen) voleybalt hij een keer per week.
  12. Wanneer heb jij voor het laatste (scoren) gescoord?
  13. (deleten) Delete dat filmpje onmiddellijk!

Slide 140 - Slide

This item has no instructions