WK 36 (2) M3 - H1 TV SPELLING: leestekens

10-15 minuten lezen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

10-15 minuten lezen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Jezelf toevoegen aan de LessonUp-klas     m3e
1. Download de LessonUp-app
2. Voer de code in: jsmea

Nu zit je in de klas!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Jezelf toevoegen aan de LessonUp-klas    m3f
1. Download de LessonUp-app
2. Voer de code in: hxpcn

Nu zit je in de klas!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

H1 TAALVERZORGING SPELLING

Leestekens

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat was ook alweer een citaat?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Zet in onderstaande zin de hoofdletters en leestekens op de juiste plaats, zodat er een citaat ontstaat:

maja zei we hebben huiswerk voor morgen

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Zet in onderstaande zin de hoofdletters en leestekens op de juiste plaats, zodat er een citaat ontstaat:

we hebben huiswerk voor morgen zei maja

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Leestekens (citaat)
Zo citeer je
   - Zet voor het citaat een dubbele punt. 
   - Begin het citaat met een hoofdletter en eindig met een punt, vraagteken of uitroepteken. 
   - Zet het citaat tussen aanhalingstekens.
Bijvoorbeeld:
   -  Marthe zei: ‘Ik haal wel even croissantjes bij de bakker.’
   -  Na de repetitie vroeg de dirigent: 'Kunnen jullie morgenavond allemaal om zeven uur aanwezig zijn?’

Citaat vooraan
Als het citaat vooraan staat, gebruik je géén dubbele punt. Je zet achter het citaat een komma, vraagteken of uitroepteken. 
Bijvoorbeeld:
‘De roosterwijzigingen staan op de website’, zei meneer Van Dam.
‘We zijn kampioen!’ joelde Ferry, toen de stand 6-2 was.











Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Samen opdracht 1 maken

Slide 10 - Slide

Zichtbaar maken antwoorden par. 21 in IL
Maakwerk
1. Maak opdracht 2 + 3 in je schrift

Voor de snelle werkers:
2. Begin vast aan het huiswerk: opdracht 4 + 5 + 6

Toelichting opdracht 4
Als ze het hebben over 'de zinnen', bedoelen ze zin a en b bij vraag 2 
(a  Jorn riep...tijgerkooi openstond.   &    De scheidsrechter...uit was.)
Heb je een vraag?

Slide 11 - Slide

Zichtbaar maken antwoorden par. 21 in IL
En nu nog een keer dezelfde vraag!

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Zet in onderstaande zin de hoofdletters en leestekens op de juiste plaats, zodat er een citaat ontstaat:

maja zei we hebben huiswerk voor morgen

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Zet in onderstaande zin de hoofdletters en leestekens op de juiste plaats, zodat er een citaat ontstaat:

we hebben huiswerk voor morgen zei maja

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Huiswerk
HW volgende les: 
- Nakijken huiswerk H1 Woordenschat (zie Magister)
- Maak opdr. 4 + 5 + 6  van H1 taalverzorging spelling blz. 33

Slide 15 - Slide

Zichtbaar maken antwoorden in IL