This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Oefenen voor de toets!
Slide 1 - Slide
Experiment
Ik heb een aantal kleine experimentjes gedaan thuis. Zoals je kunt zien in het figuur was het bij mij thuis 22,1 ˚C.
Slide 2 - Slide
Experiment 1
In dit heb experiment heb ik een sneeuwbal van 42 gram gemaakt (rechts) en 5 sneeuwballetjes die samen het gewicht van 42 gram hebben (links).
Welk van de twee bordjes zal
eerder gesmolten zijn en waarom?
Slide 3 - Slide
Welke bordje is eerder gesmolten?
A
Links
B
Rechts
Slide 4 - Quiz
Ik heb bij dit experiment gevarieerd in:
A
Temperatuur
B
Verdelingsgraad
C
Concentratie
D
Katalysator
Slide 5 - Quiz
Na 45 minuten
Slide 6 - Slide
Experiment 2
In dit experiment heb ik een sneeuwbal gemaakt met hetzelfde gewicht als in experiment 1. Deze sneeuwbal heb ik verwarmd met een föhn.
Zal deze sneeuwbal sneller gesmolten
zijn dan die in experiment 1 of niet?
En waarom?
Slide 7 - Slide
Deze sneeuwbal is sneller gesmolten dan in experiment 1
A
Onjuist
B
Juist
Slide 8 - Quiz
Experiment 2
Slide 9 - Slide
Experiment 3
In dit experiment heb ik weer twee gelijke sneeuwballen gevormd (47 gram). Op de linkse sneeuwbal heb ik een een aantal grammen zout gestrooid.
Welke van de twee sneeuwballen zal eerder
smelten links (met zout) of
rechts (zonder zout)?
Slide 10 - Slide
Welke sneeuwbal zal eerder smelten?
A
met zout (links)
B
zonder zout (rechts)
Slide 11 - Quiz
Ik heb in dit experiment gevarieerd in:
A
Temperatuur
B
Verdelingsgraad
C
Concentratie
D
Katalysator
Slide 12 - Quiz
Na 45 minuten
Slide 13 - Slide
Is dit energiediagram exo of endotherm
A
Exotherm
B
Endotherm
Slide 14 - Quiz
Leg uit waarom dit diagram exotherm is
Slide 15 - Slide
De volgende vragen zullen gaan over het rekenen aan reacties.
Slide 16 - Slide
Wat is de massaverhouding tussen waterstof en zuurstof in deze reactie?
timer
2:00
Slide 17 - Open question
Antwoord
Slide 18 - Slide
Neem de reactievergelijking uit de vorige vraag, bereken hoeveel gram zuurstof je nodig hebt om 8 gram waterstofgas te laten reageren. Noteer je antwoord met 1 decimaal + eenheid.
timer
3:00
Slide 19 - Open question
Slide 20 - Slide
Hoeveel gram water ontstaat er bij de reactie uit de vorige vraag?