AMV les 6

AMV les 6 | Beïnvloedingstheorieën 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

AMV les 6 | Beïnvloedingstheorieën 

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Terugblik les 5

  • 4 theorieën over de invloed van media


  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Beeldvorming + stereotype
Beeldvorming = De media bepalen voor een belangrijk deel wat we weten en hoe we denken over gebeurtenissen in de wereld, over personen en groepen mensen

Stereotype = Er is sprake van een onjuist, vaak negatief en generaliserend beeld van een bepaalde groep. 

Slide 3 - Slide

Vooroordelen 
Als mensen een persoon beoordelen op basis van een vaststaand en generaliserend beeld en niet op basis van feiten, eigen waarneming en/ of voldoende ervaring, dan is er sprake van het gebruik van vooroordelen. Vooroordelen zijn vaak star en meestal negatief.

Slide 4 - Slide

Beeldvorming
Beeldvorming kan ontstaan door de manier hoe iets in de media terecht komt. Kijk maar eens naar de volgende foto's. 
Bedenk steeds welk beeld foto 1 bij je oproept en welk beeld 
foto 2

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Socialisatie / cultuuroverdracht:
Door het lezen van en kijken naar massamedia/ het gebruik van media vindt er een overdracht plaats van kennis en cultuur. 
 Leefwijze, gewoonten, waarden, normen en meningen overgenomen.
Dit noemen we ook wel de socialiserende functie. 

Let op: Negatieve beeldvorming kan ook worden overgenomen.

Slide 10 - Slide

Lesdoelen | Les 6 AMV 
Je kan de volgende theorieën over de beïnvloeding van mensen door de media noemen, herkennen, beschrijven en toepassen
1. Injectienaald-theorie
2. Framing-theorie
3. Agenda-theorie
4. Theorie van de selectieve perceptie 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

1. Injectienaaldtheorie
  • Media 'spuit' het publiek vol met bepaalde ideeën. Als iets vaak genoeg te zien/horen is, wordt dit overgenomen 
  • De media zijn volgens deze theorie in staat tot indoctrinatie en manipulatie

Slide 13 - Slide

  3. Agendatheorie
De agendafunctie van de massamedia houdt in dat media bepalen waarover veel mensen praten. Ze bepalen de gespreksagenda. Ook op de politieke agenda hebben de media veel invloed.

Slide 14 - Slide

2. Framing theorie
Volgens de framingtheorie kunnen de media een onderwerp op een bepaalde manier belichten – framen – waardoor de wijze waarop de ontvangers van die boodschap over het onderwerp gaan nadenken en praten wordt gestuurd. Deze framing door de media kan bewust of onbewust plaatsvinden

Slide 15 - Slide

voorbeelden Framing theorie
Iemand is ‘voor abortus’, maar tegenstanders noemen het ‘anti life’ => voorbeeld hoe taal een heel andere emotie kan oproepen, terwijl eigenlijk hetzelfde wordt bedoeld.

Vergelijk de volgende twee koppen eens en oordeel in welk geval de stijging van doden het grootst was:

Slide 16 - Slide

1.
2. 

Slide 17 - Slide

Beide koppen waren te lezen op de site van de NOS. De eerste kop ging over het aantal verkeersdoden van 2015 tov 2014. In 2015 vielen 621 verkeersdoden, 51 meer dan in 2014. Een stijging van 9%. De tweede kop ging over het aantal verkeersdoden in 2016 tov 2015. Toen was de stijging maar 1,3% (van 621 naar 629). Toch is de kans groot dat jij de tweede kop als grotere stijging hebt aangewezen. Hoe komt dat?

Slide 18 - Slide

4. Theorie van selectieve perceptie


Mensen nemen waar op basis van hun referentiekader. Informatie die daar niet bij past, wordt niet waargenomen. Sommige communicatiedeskundigen zijn dan ook van mening dat de media alleen die mensen kan bereiken, die ervoor open staan.
perceptie = waarneming

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Beeldvorming
Selectief waarnemen: je kiest zelf hoe je een bericht bekijkt. 
Voorbeeld: iemand die bang is voor corona bekijkt deze tabel heel anders dan iemand die niet bang is voor het virus.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video