Herhaling grammatica unit 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Herhaling grammatica unit 2

k3b

10-01-2022

Planning:

• Past simple
• Present perfect
• Can + hele werkwoord
• Should / shouldn't 
• bezittelijk voornaamwoorden
• bijwoorden

Past simple

Vorm: 

werkwoord + ed (regelmatige werkwoorden)

2e rijtje (onregelmatige werkwoorden)

Als iets gebeurd en afgelopen is in het verleden.

Signaalwoorden: yesterday, last year, in 2020, when I was young etc.

Vul de past simple in.

My sister ___ (pay) for the magazine yesterday.

Vul de past simple in.

I ___(to fly) to Spain last week. It was great!

Omschrijf de foto en gebruik de past simple.

Schrijf in hele zinnen.

Omschrijf de foto en gebruik de past simple.

Schrijf in hele zinnen.

Omschrijf de foto en gebruik de past simple.

Schrijf in hele zinnen.

Past simple

Ontkennend: did not (didn't) + hele werkwoord 

He didn't like it.

Vragend: Did + onderwerp + hele werkwoord

Did he like it?

Uitzondering: werkwoord to be 

- was not of were not (wasn't /weren't ) +  hele werkwoord

- was/ were + onderwerp 

Maak een ontkennende zin (-) in de past simple.

I walked to school yesterday.

Maak een ontkennende zin (-) in de past simple.

She was fourteen in 2020.

Maak een vragende zin (?) in de past simple.

I wore black shoes last week.

Maak een vragende zin (?) in de past simple.

They were on holiday in Spain last summer.

Present perfect

Vorm:

Have/has + werkwoord+ed (regelmatige werkwoorden) vb. have worked

Have/has + 3e rijtje (onregelmatige werkwoorden) vb. have seen

Als je wilt zeggen dat iets gebeurd is in het verleden, maar niet belangrijk wanneer.

Als je wilt zeggen dat iets in het verleden gebeurd is, maar nog niet is afgelopen.

Present perfect

Signaalwoorden: since, for, in.

Ontkennend: have not (haven't) / has not (hasn't) + hele ww

vb. I have not worked for a long time.

Vragend: have / has + onderwerp + hele ww

vb. Have you ever been to New York?

Wat is de present perfect in de zin?

Peter has lived in London for three years.

1. Peter
2. has lived
3. in London
4. for three years

Wat is de present perfect in de zin?

My friends have taken this train several times.

1. My friends
2. this train
3. several times
4. have taken

Maak een zin met de woorden in de present perfect.

My classmates – create – earrings

Maak een zin met de woorden in de present perfect.

They – never – meet

Can + hele werkwoord

Je gebruikt can + hele ww bij:

• kan (niet)                                                             I can speak four languages.               
• mag (niet)                                                           Jason can't come, he is sick.
• mag (niet) - Regels                                         You can't park here.                 
• verzoek                                                                 Can you pass me the salt?
• voorstel                                                                I can help you if you want.

Ontkennende vorm: Can't of cannot -  hele werkwoord

Vragende vorm: can - onderwerp - hele werkwoord

Should / shouldn't

Should = zou eigenlijk moeten

vb. They should do their homework.

Shouldn't = zou eigenlijk niet moeten

vb. They shouldn't eat that much junkfood.

Kies tussen: can, can't, should, shouldn't

You ______ wear a sweater, it’s cold outside.

1. can
2. can't
3. should
4. shouldn't

Kies tussen: can, can't, should, shouldn't

Patrick __________ listen to those mean comments.

1. can
2. can't
3. should
4. shouldn't

Kies tussen: can, can't, should, shouldn't

We _____buy those earrings. I don't have enough money.

1. can
2. can't
3. should
4. shouldn't

Bezittelijke voornaamwoorden - om aan te geven van wie iets is.

Bezittelijke voornaamwoorden geven aan:

1. voor wie iets is
2. van wie iets is
3. wat het is
4. wanneer iets is

Kies uit: mine / of mine

I saw a friend ____.

1. mine
2. of mine

Kies uit: mine / of mine

That book is ______.

1. mine
2. of mine

Kies uit: mine / of mine

The red one is a pen _____.

1. mine
2. of mine

Kies uit: mine / of mine

Peter borrowed a book _____.

1. mine
2. of mine

Bijwoorden om aan te geven hoe vaak iets gebeurt.

Een bijwoord kan aangeven hoe vaak iets gebeurt. 

Voorbeelden zijn: always, usually, often, sometimes, never, still.

Bijwoorden om aan te geven hoe vaak iets gebeurt.

Een bijwoord staat in het algemeen vóór het woord waarover het iets zegt.

vóór het hoofdwerkwoord:

She sometimes asks me to write for her website.

He usually has a lot of cool ideas.

We never walk to town.

maar ná een vorm van to be (am/are/is/was/were).

I am still tired.

They are usually late.

He is not always late for school, is he? (Let op de plaats van not.)

Kies het juiste bijwoord.

I have never / always seen that film before.

1. never
2. always

Kies het juiste bijwoord.

The trains are full every day. It is
always / sometimes hard to find a seat.

1. always
2. sometimes

Kies het juiste bijwoord.

I go to the gym normally / regularly.

1. normally
2. regularly

Ik ben klaar voor de toets donderdag.

Ik ben er helemaal klaar voor!

Ik moet het nog even doorlezen.

Ik moet nog heel veel herhalen.