Les 6. Pathologie bewegingsappaat en analgetica

6. pathologie bewegings-apparaat en analgetica



Doktersassistenten
APF, Leerjaar 1, periode 2
J Witte, MEd

1 / 34
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

6. pathologie bewegings-apparaat en analgetica



Doktersassistenten
APF, Leerjaar 1, periode 2
J Witte, MEd

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
1. Ik kan uitleggen wat osteomyelitis, artrose en reumatoïde artritis is. Daarbij kan ik oorzaken, symptomen, complicaties en behandelmogelijkheden benoemen.
2. Ik kan in het FK informatie opzoeken over: reumaremmers en  'biologicals'. Uit deze informatie kan ik informatie filteren relevant is voor een specifieke patiënt en deze informatie omzetten in begrijpelijke taal.

Slide 2 - Slide

Lesboek
Lesboek pathologie
  • 2.2 Gewrichts-aandoeningen
  • 2.4. Jicht

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Bij welke soort fractuur is er de meeste kans op osteomyelitis?
A
fissuur
B
gesloten fractuur
C
open fractuur
D
pathologische fractuur

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

TNF alfablokkers
TNF = eiwit dat behoort bij het immuunsysteem.
TNF is overactief bij een auto immuunziekte. 
Zorgt ervoor dat cellen van het immuunsysteem lichaamseigen cellen aanvallen.
Deze geneesmiddelen remmen deze eiwitten door o.a. het ontstekingsproces te remmen.

Slide 23 - Slide

FK: adalimumab
1. Tot welke groep geneesmiddel behoort dit middel? Leg uit hoe deze werken.
2. Welke toedieningsvorm?
3.  In welke volgorde van geneesmiddelen wordt RA meestal behandeld? Waar past dit middel in het schema?
4. Indicaties (geef een korte samenvatting in eigen woorden)?

Slide 24 - Slide

FK: adalimumab
5. Meest voorkomende bijwerkingen? Zoek moeilijke woorden op.
6. Meeste belangrijke waarschuwing?

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

FK: allopurinol
1. Welke behandeling wordt aangeraden voordat er geneesmiddelen worden ingezet?
2. IN het FK staat: 'de dosering instellen en aanpassen op geleide van het urinezuurgehalte in het serum'. Wat betekent dat?
3. Welke waarschuwing moet je geven aan de patiënt als dit middel preventief gegeven wordt?

Slide 28 - Slide

FK: allopurinol
4. Op welk moment van de dag moeten de tabletten ingenomen worden?
5. Welke bijwerking komt vaak voor?
6. Bij toediening zien we vaak een verhoging van de TSH waarde. Wat is dat en is dat erg?

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Leerdoelen
1. Ik kan uitleggen wat osteomyelitis, artrose en reumatoïde artritis is. Daarbij kan ik oorzaken, symptomen, complicaties en behandelmogelijkheden benoemen.
2. Ik kan in het FK informatie opzoeken over: reumaremmers en 'biologicals'. Uit deze informatie kan ik informatie filteren relevant is voor een specifieke patiënt en deze informatie omzetten in begrijpelijke taal.

Slide 32 - Slide

reumaremmers/ biologicals

Slide 33 - Mind map

Wat vind je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll