De Bedrijven - Paragraaf 1.1 en 1.2

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4,5

Wat gebeurt er met de collectieve vraaglijn
als het aantal kopers daalt?

1. Er vindt een verschuiving over de vraaglijn plaats
2. De vraaglijn verschuift evenwijdig naar links
3. De vraaglijn verschuift evenwijdig naar rechts

De vraaglijn is een overzicht van ...

1. De betalingsbereidheid
2. Consumentvertrouwen
3. De kosten
4. De leveringsbereidheid

Een vraaglijn heeft een positief verband.

1. Juist
2. Onjuist

Waar zie je de vraaglijn?

1. 
2. 

Wat is een voorbeeld van een vraaglijn?

1. Q = -2p + 100
2. Q = 3p - 85

Wat gebeurt hier?

1. Het aantal vragers neemt toe en daarom ook de vraag.
2. Het inkomen neemt toe en daarom ook de vraag.
3. Easyblue wordt populairder en daarom stijgt de vraag.
4. De prijs daalt en daarom stijgt de vraag.

Waarom verandert de vraag naar Pepsi Cola?

1. Het inkomen stijgt.
2. Het aantal vragers stijgt.
3. Pepsi-Cola wordt goedkoper.
4. Coca-Cola wordt duurder.

De vraaglijn verschuift naar links, dit kan komen door:

2. Het budget van de vragers neemt af.
4. Er komen meer inwoners in het land.

De prijselasticiteit van de vraag is -0,6.
Is deze vraag elastisch of inelastisch?

1. Elastisch
2. Inelastisch

De prijselasticiteit van de vraag naar een goed is -0,5. Dit betekent dat...

1. als de prijs 10% daalt, de vraag 50% stijgt
2. als de prijs 10% stijgt, de vraag 5% stijgt
3. als de prijs 10% daalt, de vraag 5% stijgt
4. als de vraag 10% moet stijgen, de prijs 5% moet dalen

Stel dat de prijs van een product daalt met 2%. De afzet stijgt met 4%. Bereken de prijselasticiteit van de vraag (Ev).

1. Ev = 4/-2 = -2
2. Ev = -4/2 = -2
3. Ev = 2/-4 = -0,5
4. Ev = -2/4 = -0,5

Als de prijselasticiteit van de vraag naar benzine elastisch is dan...

1. leidt een prijsdaling tot een stijging van de omzet
2. leidt een prijsdaling tot een daling van de omzet
3. leidt een prijsstijging tot een stijging van de omzet