H2 LW en ZN

Nederlands 16-12
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons in de tas
  2. Uitleg boek kiezen voor boekverslag
  3. Theorie lidwoorden en zelfstandig naamwoorden
  4. Zelfstandig werken
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Nederlands 16-12
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons in de tas
  2. Uitleg boek kiezen voor boekverslag
  3. Theorie lidwoorden en zelfstandig naamwoorden
  4. Zelfstandig werken

Slide 1 - Slide

Boekverslag
In periode 2 ga je zelf een boek lezen en maak je daarover een verslag. 

Voor dit verslag krijg je een document (format) met een aantal vragen. Dit document staat in Magister.me. 


Slide 2 - Slide

Boekverslag
Uiterlijk 23 december geef je door welk boek je leest.
  • Kijk in de boekenkast of je nog boeken hebt of ga naar de bieb om een boek te lenen (je kan een gratis pas aanvragen)
  • https://12-15.jeugdbibliotheek.nl/home.html
  • Neem je leesboek ook mee naar school! 

 14 februari is de deadline voor het inleveren van het verslag.

Slide 3 - Slide

Zinnen in zinsdelen verdelen
Grammatica zinsontleding

Je verdeelt de zin in 
zinsdelen/blokken.
  1. Persoonsvorm (pv)
  2. Werkwoordelijk gezegde (wwgez)
  3. Onderwerp (ow)

Grammatica Woordsoorten

Je benoemt ieder woord in de zin. Je kan meerdere woordsoorten in een zin hebben.
  1. Werkwoorden (ww)
  2. lidwoorden (lw)
  3. Zelfstandige naamwoorden (zn)

Slide 4 - Slide

Verschil
Bij grammatica zinsontleding komt ieder blokje één keer voor (behalve bwb).

Bij grammatica woordsoorten kunnen meerdere woordsoorten in een zin voorkomen.

Slide 5 - Slide

Verschil

Slide 6 - Slide

Grammatica woordsoorten
Je benoemt ieder woord in de zin. Je kan meerdere woordsoorten in een zin hebben. Deze woordsoorten moet je kennen:
  1. Werkwoorden (ww)
  2. lidwoorden (lw)
  3. Zelfstandige naamwoorden (zn)
  4. Bijvoeglijke naamwoorden (bn)
  5. Voorzetsels (vz) 

Slide 7 - Slide

Lidwoord & Zelfstandig naamwoord
Er zijn drie lidwoorden (lw) --> de, het & een
Lidwoorden staan voor zelfstandige naamwoorden (zn)

Zelfstandige naamwoorden zijn:
  1. Mensen
  2. Dieren
  3. Dingen
  4. Namen

Slide 8 - Slide

Zelfstandig naamwoord
Twijfel je of een woord een zelfstandig naamwoord is?
Doe de check:
  1. Kan je voor het woord een lidwoord zetten?
  2. Kan je het woord in het meervoud zetten?
  3. Kan je het woord veranderen in een verkleinwoord?
Ja --> zelfstandig naamwoord

Slide 9 - Slide

Zelfstandig naamwoord
Voorbeeld: lopen
Lidwoord: de/het lopen?
Meervoud: lopenen
Verkleinwoord: lopentje?

3x nee --> dus geen zelfstandig naamwoord

Slide 10 - Slide

Zelfstandig werken
Maak de volgende opdrachten:
1 t/m 6 op blz. 58-59

Dit is huiswerk voor de les van maandag.

Slide 11 - Slide