Hoofdstuk 1: Oefentoets

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Oefentoets hoofdstuk 1: wereldeconomie

Pak je laptop erbij en een pen!

§2

Na 1990 verplaatsen MNO's steeds vaker hun fabrieken naar niet-westerse landen. Waarom doen ze dat?
(2 redenen)

§2

Waar streeft de WTO (wereldhandelsorganisatie) naar?

1. Willen meer handelsgrenzen om landen te beschermen.
2. Streven naar meer vrijhandel, ze willen wereldhandel bevorderen.
3. Willen globalisering tegen gaan.

De wereldhandel is toegenomen door de opdeling van de productieketen, door beter transport en door het verdwijnen van handelsgrenzen (WTO).

Waar

Niet waar

§2

Global shift kun je het beste omschrijven als...

1. De opdeling van de productieketen
2. Het gevolg van globalisering
3. Verschuiving van het economisch zwaartepunt in de wereld

§3

Een land dat vroeger een kolonie was, is nu vaak rijk.

Waar

Niet waar

§3

Communistische planeconomie

Vrijemarkteconomie

Dictatuur

Democratie

§3

Wat is een voordeel van vrijhandel?

1. Bedrijven kunnen hun afzetmarkt vergroten in andere landen.
2. Een land kan zich specialiseren in productie van goederen die het land het best kan produceren.
3. A en B.
4. Er is voor een bedrijf nu minder concurrentie.

§4

Wat geeft de Gini-coëfficiënt aan?

§4

Rijke landen

Arme landen

Tussen in

Semi-periferie

Democratie

Periferie

Centrum

BRICS

Dictatuur, corrupt

Hier verplaatsen MNO's hun fabriek naar toe

Wat zijn 2 natuurlijke
oorzaken voor de
ontwikkeling van
een land?

§4

Natuurlijke en menselijke oorzaken behoren tot de .....

Interne oorzaken van een land

Externe oorzaken van een land

§7

Een regio is sturend, volgend of achterblijvend. Sleep deze verschillende posities naar de juiste bron.

Sturend

Volgend  

  

1 / 2 / 3 / 4

Achterblijvend

§7: Wat is het verschil tussen importvervangende
industrialisatie en exportgerichte industrialisatie?

§7

Wat zijn buitenlandse directe investeringen?

1. Investeringen in een land die gedaan worden door een ander land.
2. Investeringen in communistische landen.
3. Investeringen in dictaturen.
4. Investeringen die bedoeld zijn om een bedrijf te starten of over te nemen in het buitenland.

§7

Wat hebben exportproductie zones (EPZs) te maken met buitenlandse exportbedrijven?

1. Alleen in deze bepaalde zones mogen buitenlandse exportbedrijven zich vestigen in een land. Buiten deze zones is dit niet toegestaan.
2. In deze zones kunnen buitenlandse exportbedrijven zich goed vestigen door lage belastingen, goede infrastructuur en soepele milieuwetten.
3. In deze zones hoeven de buitenlandse exportbedrijven geen belasting te betalen.

§8

Wat zijn Aziatische tijgers in dit hoofdstuk?

1. Nieuwe industrielanden vanaf 1970 tot 2000 in Zuidoost-Azië.
2. Aziatische landen die veel van hun MNO's verplaatsen naar het westen.
3. Een zeldzaam ras tijgers dat leeft in Azië.

§8

Brics-landen en Aziatische tijgers zijn hetzelfde.

Waar

Niet waar

§8: Beschrijf in eigen woorden wat
Aziatische babytijgers zijn.

Einde oefentoets!

- Bekijk op je blaadje welke paragrafen je nog lastig vindt.

- Schrijf op de achterkant van je blaadje hoe je gaat leren

 voor de toets (volgende week dinsdag).

- Indien tijd over, begin met leren. Leer de bronnen ook goed!

(LessonUps staan op Its!)