Het weer
1 / 9
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Schrijf een zin bij de foto.
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Schrijf een zin bij de foto.
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Schrijf een zin bij de foto.
Slide 7 - Open question
Het is heel koud. De temperatuur is onder nul.
A
Het vriest.
B
Het regent.
C
Er is wind.
D
Het is bewolkt.
