Les 11 17/11

Vandaag:
Opwarmer
Dicteewoorden
samengestelde zinnen - oefenen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsEnseignement Secondaire

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Vandaag:
Opwarmer
Dicteewoorden
samengestelde zinnen - oefenen

Slide 1 - Slide

Dictee
blz 73

Slide 2 - Slide

enkelvoudige en samengestelde zinnen
Hoofd- en bijzinnen

Slide 3 - Slide

Een samengestelde zin heeft altijd één persoonsvorm.
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quiz

Een zin met één persoonsvorm noemen we een enkelvoudige zin.
A
juist
B
fout

Slide 5 - Quiz

Enkelvoudig of samengesteld?

Wat vind je van mijn nieuwe sneakers?


A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 6 - Quiz

Enkelvoudig of samengesteld?

Als jij de hond uitlaat, dan ruim ik op.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 7 - Quiz

Enkelvoudige of samengesteld?
Als je dat liever niet doet, dan hoor ik het wel.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 8 - Quiz

Enkelvoudig of samengesteld?
Mijn telefoon gaat om de haverklap.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 9 - Quiz

Enkelvoudig of samengesteld?

Hij zegt dat ik lui ben.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 10 - Quiz

Enkelvoudig of samengesteld?
Je moet 's avonds op tijd naar bed, als je de volgende dag goed wilt presteren.
A
samengesteld
B
enkelvoudig

Slide 11 - Quiz

Zijn de zinnen enkelvoudig of samengesteld?
Enkelvoudige zin
Samengestelde zin
Omdat het morgen gaat regenen, is de sportdag uitgesteld.
Tijdens de sportdag moeten we nu rekenen
Miranda maakt de hapjes.
We lopen door de regen met onze paraplu.
Marcus fluit een liedje terwijl hij naar school fietst.
Ruby speelt graag gitaar, maar Eli speelt liever piano.

Slide 12 - Drag question


hoofdzin + hoofdzin

- Zinnen kunnen los van elkaar voorkomen.

- Je zou in principe tussen alle zinnen een punt kunnen zetten.


hoofdzin + bijzin

- De zinnen kunnen niet los van elkaar voorkomen.

- De zinnen zijn afhankelijk van elkaar.

Slide 13 - Slide

voegwoord
geen voegwoord

omdat
zodat
want
of
dus
in
werken
het
op
hebben
mooie

Slide 14 - Drag question

timer
1:00
Samengestelde zin
Enkelvoudige zin
A. Vandaag leer ik over samengestelde zinnen.
B. Ik ga naar school, omdat ik slim wil worden.
C. Ik kan een moeilijke en lange samengestelde zin herkennen.
D. Deze stof vind ik makkelijk en ik hoef niet veel te leren.

Slide 15 - Drag question

De leraar heeft het uitgelegd en de leerlingen snappen het.

Waaruit bestaat deze samengestelde zin?
A
twee hoofdzinnen
B
een hoofdzin en een bijzin
C
twee bijzinnen
D
geen idee

Slide 16 - Quiz

Ik ben benieuwd of jullie het snappen.

Waaruit bestaat deze samengestelde zin?
A
twee hoofdzinnen
B
een hoofdzin en een bijzin
C
twee bijzinnen
D
geen idee

Slide 17 - Quiz

De leerling stelde een vraag toen de docent klaar was met uitleggen.

Waaruit bestaat deze samengestelde zin?
A
twee hoofdzinnen
B
een hoofdzin en een bijzin
C
twee bijzinnen
D
geen idee

Slide 18 - Quiz

Talent blz. 54

Slide 19 - Slide

Les 11 17/11

Slide 20 - Slide