• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

Splitsbare werkwoorden oefenen - 1

S
P
L
I
T
S
B
A
R
E
W
W
.
.
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

S
P
L
I
T
S
B
A
R
E
W
W
.
.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

splitsbare werkwoorden

Slide 3 - Slide

werkwoorden die in stukken verdeeld kunnen worden

Slide 4 - Slide

Voltooid deelwoord van splitsbare werkwoorden
Bij het voltooid deelwoord van splitsbare werkwoorden, schrijf je -ge- tussen beide delen.
Je schrijft het woord aan elkaar.
• Ik heb mijn gordel vastgemaakt.
• Ik heb Joeri overgehaald.

Slide 5 - Slide

Een voorbeeld van een splitsbaar werkwoord is
A
opmaken
B
maken
C
openen
D
opperen

Slide 6 - Quiz

Een goed voorbeeld van een voltooid deelwoord van een splitsbaar werkwoord is
A
ik maakte het bed op
B
ik heb het bed opgemaakt
C
ik ging het bed opmaken
D
ik opmaakte het bed

Slide 7 - Quiz

Welk woord is géén splitsbaar werkwoord?
A
opsluiten
B
voortrekken
C
nadenken
D
tekenen

Slide 8 - Quiz

Welk woord is een splitsbaar werkwoord?
A
herkennen
B
betalen
C
ontbijten
D
aanvragen

Slide 9 - Quiz

Wat is het splitsbare werkwoord in de zin: Ik kan niet meer, ik geef het op.
A
kan meer
B
geef op

Slide 10 - Quiz

Welk woord is een splitsbaar werkwoord?
A
achtervolgen
B
samenvatten
C
mislukken
D
bedenken

Slide 11 - Quiz

Welke van de onderstaande werkwoorden is een splitsbaar werkwoord?
A
verlaten
B
opschrijven
C
gebeuren
D
zich verslapen

Slide 12 - Quiz

Welk woord is géén splitsbaar werkwoord?
A
tegenwerken
B
nadenken
C
opdrinken
D
verklaren

Slide 13 - Quiz

Welk woord is WEL een splitsbaar werkwoord?
A
tafeltennissen
B
veranderen
C
hardlopen
D
bedanken

Slide 14 - Quiz

Bij een splitsbaar werkwoord hoort het voorzetsel niet bij het wg.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van het splitsbare werkwoord 'onderduiken'?
A
geonderduikt
B
ondergeduikt
C
geonderdoken
D
ondergedoken

Slide 16 - Quiz

Welk woord is géén splitsbaar werkwoord?
A
tegenwerken
B
nadenken
C
opdrinken
D
overdrijven

Slide 17 - Quiz

Welk woord is GEEN splitsbaar werkwoord?
A
overhalen
B
omarmen
C
stilstaan
D
hulpverlenen

Slide 18 - Quiz

Splitsbare werkwoorden
In welke zin staat het fout?
A
Ik maak mijn gordel vast
B
Ik haal Fien over om mee te gaan.
C
Ik heb haar gerustgesteld
D
ik heb gekennismaakt

Slide 19 - Quiz

Welk werkwoord kan je opsplitsen (en is dus een splitsbaar werkwoord)?
A
Verblijven
B
Nakijken
C
Voetballen
D
Tekenen

Slide 20 - Quiz

Welk woord is een splitsbaar werkwoord?
A
verkiezen
B
voorspellen
C
kwijtschelden
D
overleven

Slide 21 - Quiz

Op woensdagmiddag pas ik altijd op.
Welke splitsbaar werkwoord herken je?
A
pas ik
B
pas op

Slide 22 - Quiz

Op woensdagmiddag pas ik altijd op.
Welke splitsbaar werkwoord herken je?
A
pas ik
B
pas op

Slide 23 - Quiz

Welk woord is géén splitsbaar werkwoord?
A
opsluiten
B
voortrekken
C
nadenken
D
tekenen

Slide 24 - Quiz

Welk werkwoord kan je opsplitsen (en is dus een splitsbaar werkwoord)?
A
Verblijven
B
Nakijken
C
Voetballen
D
Tekenen

Slide 25 - Quiz

Welk woord is een splitsbaar werkwoord?
A
herkennen
B
betalen
C
ontbijten
D
aanvragen

Slide 26 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van het splitsbare werkwoord 'onderduiken'?
A
geonderduikt
B
ondergeduikt
C
geonderdoken
D
ondergedoken

Slide 27 - Quiz

Wat is het splitsbare werkwoord in de zin: Ik kan niet meer, ik geef het op.
A
kan meer
B
geef op

Slide 28 - Quiz

Welk woord is een splitsbaar werkwoord?
A
verkiezen
B
voorspellen
C
kwijtschelden
D
overleven

Slide 29 - Quiz

Bij een splitsbaar werkwoord hoort het voorzetsel niet bij het wg.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Welk woord is géén splitsbaar werkwoord?
A
tegenwerken
B
nadenken
C
opdrinken
D
overdrijven

Slide 31 - Quiz

Welk woord is GEEN splitsbaar werkwoord?
A
overhalen
B
omarmen
C
stilstaan
D
hulpverlenen

Slide 32 - Quiz

Welk woord is géén splitsbaar werkwoord?
A
tegenwerken
B
nadenken
C
opdrinken
D
verklaren

Slide 33 - Quiz

Welk woord is WEL een splitsbaar werkwoord?
A
tafeltennissen
B
veranderen
C
hardlopen
D
bedanken

Slide 34 - Quiz

Splitsbare werkwoorden
In welke zin staat het fout?
A
Ik maak mijn gordel vast
B
Ik haal Fien over om mee te gaan.
C
Ik heb haar gerustgesteld
D
ik heb gekennismaakt

Slide 35 - Quiz

Welk woord is een splitsbaar werkwoord?
A
achtervolgen
B
samenvatten
C
mislukken
D
bedenken

Slide 36 - Quiz

Welke van de onderstaande werkwoorden is een splitsbaar werkwoord?
A
verlaten
B
opschrijven
C
gebeuren
D
zich verslapen

Slide 37 - Quiz

More lessons like this

Week 50 Splitsbare werkwoorden

May 2022 - Lesson with 30 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Week 50 Splitsbare werkwoorden

November 2024 - Lesson with 30 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

2.6 grammatica: Splitsbare ww oefenen

October 2023 - Lesson with 31 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

2.6 grammatica: Splitsbare ww oefenen

October 2024 - Lesson with 31 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Talent 3,8 Voltooid deelwoord van ww

November 2023 - Lesson with 44 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2,3

spelling hst 3 + herhaling grammatica

January 2025 - Lesson with 36 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

H3.8 Spelling > Splitsbare werkwoorden

March 2021 - Lesson with 18 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Werkwoordspelling A t/m C

March 2024 - Lesson with 17 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings