Link blauw thema 1 herhalen

Lesplan
1. Mening geven. 
2. Link thema 1 herhalen.
3. Toets thema 1.


1 / 19
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 165 min

Items in this lesson

Lesplan
1. Mening geven. 
2. Link thema 1 herhalen.
3. Toets thema 1.


Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Je mening geven
Ik vind (dat) ...
Ik denk dat ...

Ik ben het ermee eens.
Ik ben het er niet mee eens.

Slide 3 - Slide

Wat vind jij? 

Elke dag is een nieuwe kans om iets moois te doen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Link

Dictee
1.2

Slide 7 - Slide

Bespreek met elkaar
1. Welke activiteiten wil je samen met je taalmaatje doen? 
2.  Over welke onderwerpen wil je graag praten? 
3. Heb je een voorkeur voor een man of een vrouw? 
4. Wanneer ben je beschikbaar? 

Slide 8 - Slide

Wat kan kapotgaan in een huis?
Vul minimaal 3 antwoorden in.

Slide 9 - Mind map

A: Direct Wonen, goedemorgen.


A: Wat is er aan de hand?

A: Dat kan. Wanneer bent u thuis?

A: Ik stuur … een monteur.

B: Goedemorgen, met … .
Ik huur … en ik heb een probleem.

B: … . Kunt u een monteur sturen?

B: Ik ben .....

B: Fijn. Dank u wel.






Slide 10 - Slide

Vertel elkaar over het huis van je opa en oma.
1. Wat voor soort huis was dat?
2. In welke plaats woonden ze?
3. Wat het een groot of een klein huis?
4. Had het huis een tuin of balkon?
5. Wat voor meubels hadden je opa en oma?

Slide 11 - Slide

toets 

thema 1

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Huiswerk: 

Huiswerk voor dinsdag:
- Link thema 2: 
taak 1 (computeropdrachten 1-6);
- KNM boek: 1.1 en 1.2 online en in het boek. 


Slide 14 - Slide

A: Met __________  _____________ .
B: Hallo, Met Sara van Ols. Klopt het dat je een taalmaatje zoekt?
A: Ja, dat klopt. Ik zoek inderdaad een taalmaatje.
B: Zullen we een afspraak maken?
A: Ja. Dat lijkt me leuk.
B: Wat vind je leuk om te doen?
A: Misschien kunnen we samen wandelen, een Nederlands boek lezen en meer zinnen in het Nederlands maken.
B: Dat vind ik een leuk idee. Wanneer kun je?
A: Ik kan op vrijdagochtend om 10.00 uur.
B: Dat is goed. Waar zullen we afspreken?
A: Dat kan bij mij thuis.
B: Dat is goed. Tot dan!
A: Gezellig! Bedankt! Tot vrijdag!
B: Dag.

Slide 15 - Slide

Hoe maak je contact met je buurt? 
  • een taalmaatje zoeken;
  • vrijwilligerswerk doen;
  • een barbecue, straatfeest of informele borrel organiseren of eraan meedoen;
  • aan lokale verenigingen of hobbyclubs meedoen (voetbalvereniging);
  • contact maken met je buurtbewoners via Facebook of Nextdoor;
  • hulp aanbieden bij het klussen of een buurtactiviteit;
  • aan een wandelgroep meedoen (Avond4daagse);
  • aan een schoonmaakactie of tuinproject meedoen;
  • contact maken met andere ouders bij schoolactiviteiten;
  • buren voor een kopje koffie of thee uitnodigen. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Wat heb je vandaag geleerd? 

Slide 18 - Slide

Goed gedaan!

Slide 19 - Slide