WI 1HV P5 H12 W3 - 12.2 Vermenigvuldigen

H12 - Rekenen met variabelen
WI 1HV P5 H12 W3 
12.2 Vermenigvuldigen
1 / 36
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H12 - Rekenen met variabelen
WI 1HV P5 H12 W3 
12.2 Vermenigvuldigen

Slide 1 - Slide

Introductie
Wat gaan we doen deze periode?
- Starten met H10, daarna door met H12
- Toets: Week 6 (x2) over H10 en H12
- LET OP!!! Rare periode met veel uitval vanwege studiedagen en vrije dagen
- Groene slides: herhaling. 
- Witte slides: theorie 
- Blauwe slides: verwerking van therie

Slide 2 - Slide

Leerdoelen W1
10.1 Formules korter maken
Ik kan formules korter schrijven door woorden te vervangen met letters
Ik kan laten zien dat formules anders geschreven dezelfde uitkomsten geven.

10.2 Formules vereenvoudigen
Ik kan formules vereenvoudigen door gelijksoortige termen en variabelen samen te nemen.

10.3 Werken met formules
Ik kan rekenenen met formules door variabelen te vervangen door getallen.

Slide 3 - Slide

Leerdoelen W2
10.4 Vergelijkingen
Ik kan eenvoudige vergelijkingen oplossen (met of zonder de bordjesmethode) door terug te rekenen.
Ik kan de oplossing vinden door in te vullen.

10.5 Bordjes leggen
k kan vergelijkingen oplossen m.b.v. de bordjesmethode.

Slide 4 - Slide

Leerdoelen W3
12.1 Optellen en aftrekken
Ik kan formules korter schrijven door gelijksoortige termen samen te nemen.

12.2 Vermenigvuldigen
Ik kan formules korter schrijven door factoren met elkaar te vermenigvuldigen

Slide 5 - Slide

aantalrotteappels=3×aantalweken+15
Schrijf deze formule korter:

Slide 6 - Mind map

y=4m+5(t20)+30
Wat zijn de variabelen in de
formule hieronder?

Slide 7 - Mind map

Vereenvoudig de volgende formules
a.
b.
y=4m+5(t20)+30
y=4m+5(t20)+30
y=4m+5(m20)+30
y=4m+5(m20)9m+100

Slide 8 - Open question

Henkie vereenvoudigt de volgende formule
b = -100 - 10m - 3m + 40 naar 140 - m = b.
Wat gaat er fout?
Wat is de correcte vereenvoudiging?

Slide 9 - Open question

p=3q2+4
Geef de uitkomst als q = 2 en als q = -2.
Noteer je tussenstappen onder elkaar.

Slide 10 - Mind map

Geef de uitkomst y als p = 5 en p = -4 bij de volgende formules:
Er zijn dus twee antwoorden per formule.
a. y = -p x p x p + 5
b. y = -10p + 30

Slide 11 - Open question

Geef aan welke de vergelijkingen zijn.
a. 3q = 6
b. 3q + 2 = p
c. 20 = 4x + 6
d. 80 = 4b + 6
A
a, b, c
B
b, c, d
C
a, b, d
D
a, c, d

Slide 12 - Quiz

Welke uitspraak past het beste bij "een vergelijking oplossen"?
A
Het antwoord uitrekenen.
B
Het antwoord uitrekenen zodat de vergelijking klopt.
C
De variabele uitrekenen m.b.v. de bordjesmethode.
D
De variabele uitrekenen zodat de vergelijking klopt.

Slide 13 - Quiz

Los onderstaande vergelijking op. Laat al je stappen zien m.b.v. de bordjesmethode (inclusief de controle).


aantalrotteappels=3×aantalweken+15
2001,5×tijdinuren=155

Slide 14 - Open question

Waar komt het bordje te staan bij de vergelijking?
En wat komt er op het bordje te staan?


10t + 80 = 60
A
bordje op 10t op bordje komt: -20
B
bordje op 10t + 80 op bordje komt: -20
C
bordje op 80 op bordje komt: -20
D
bordje op 10t op bordje komt: 140

Slide 15 - Quiz

Los onderstaande vergelijking op. Laat al je stappen zien (inclusief de controle)

155 = 60q + 55 - 35q

Slide 16 - Open question

12.2 Vermenigvuldigen

Ik kan formules korter schrijven door factoren met elkaar te vermenigvuldigen

Slide 17 - Slide

Wat zijn gelijksoortige termen?
Je hebt al geleerd dat gelijksoortige termen delen of stukjes van een berekening zijn die bij elkaar horen.
Voorbeeld:
in y = 3p + 6 + 8p zijn drie termen te vinden: 3p en 6 en 8p.
3p en 8p zijn gelijksoortig. 6 is niet gelijksoortig met de p's.
Zoals je hebt geleerd mag je gelijksoortige termen samen nemen.
y = 3p + 6 + 8p moet worden:
y = 11p + 6

Slide 18 - Slide

Formules korter schrijven: 
Vermenigvuldigen van factoren.
Factoren zijn getallen waar je een variabele of variabelen mee vermenigvuldigt.
bijv. in de volgende formule:

is de 3 een factor, want die vermenigvuldig je met x.
9 is een factor, want die wordt met m vermenigvuldigt.
4 is geen factor, want die wordt nergens mee vermenigvuldigd.
y=4+3×x+9×m×m

Slide 19 - Slide

Factoren: wat mag je ermee?
Simpel!
Factoren mag je met elkaar vermenigvuldigen ALS er tussen de factoren een vermenigvuldigteken staat.
Lekker makkelijk, toch?

Slide 20 - Slide

Voorbeelden

wordt: 
Stuk leesbaarder! factoren 3 en 9 mag je niet met elkaar ver- menigvuldigen, 3x en 9x zijn gelijksoortig dus: samen nemen!!
Stel we veranderen de formule een beetje:

wordt: 
y=3×x+9×x
y=3x+9x=12x
y=3×x×9×m
y=3×9×x×m
=27×x×x=27×x2=27x2

Slide 21 - Slide

Voorbeelden

wordt: 


wordt





y=4g×6g
y=4g×6g=4×6×g×g=24g2
y=4×6g
y=4×6g=4×6×g=24g

Slide 22 - Slide

Schrijf de volgende formule korter:


y=2×10c

Slide 23 - Open question

Schrijf de volgende formule korter:

y=60+2×10×c×5c

Slide 24 - Open question

Enquete Leerdoelen
Geef in de volgende slides aan hoe je er voor staat bij de afgelopen leerdoelen.

Slide 25 - Slide

Ik kan formules korter schrijven door woorden te vervangen met letters.
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Ik kan formules vereenvoudigen door gelijksoortige termen en variabelen samen te nemen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Ik kan rekenenen met formules door variabelen te vervangen door getallen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Ik kan de oplossing vinden door in te vullen

😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Ik kan rekenenen met formules door variabelen te vervangen door getallen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Ik kan eenvoudige vergelijkingen oplossen (met of zonder de bordjesmethode) door terug te rekenen.

😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Ik kan de oplossing vinden door in te vullen.

😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Ik kan vergelijkingen oplossen m.b.v. de bordjesmethode.

😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Ik kan formules korter schrijven door gelijksoortige termen samen te nemen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll

Ik kan formules korter schrijven door factoren met elkaar te vermenigvuldigen
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

Zelfstandig werken
Je hebt gewerkt aan de voorbereiding van
12.2 Werken met formules
Ga nu aan de slag met 12.2
Kijk dit na en lever in in showbie.

Slide 36 - Slide