5.3 en 5.4

Verzorging
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Verzorging

Slide 1 - Slide

Thema 5.3 en 5.4: Thuis in je huis

Slide 2 - Slide

Les 3 

De was doen

Slide 3 - Slide

Kleding
=
gemaakt van stof


Kleding is gemaakt van stof.

Stof is gemaakt van vezels

Slide 4 - Slide

van vezel tot shirt

Slide 5 - Slide

Natuurlijke vezels: 
komen van een dier of plant


 
Synthetische vezels:
worden in de fabriek gemaakt van aardolie of steenkool

Slide 6 - Slide

Dierlijke vezels

Slide 7 - Slide

Eigenschappen van wol
- warm
- neemt veel vocht op
- brand niet zo snel
- krimpt als je het te heet wast

Slide 8 - Slide

Plantaardige vezels

Slide 9 - Slide

Eigenschappen van katoen
- neemt veel vocht op
- is luchtig in dragen
- kan heet gewassen worden
- zacht en soepel
- brandt snel

Slide 10 - Slide

Synthetische vezels

Slide 11 - Slide

Eigenschappen van synthetische vezels
- neemt geen vocht op
- houdt je bijna niet warm
- kreukt niet
- als het brandt, smelt het 
- kunnen niet tegen hete temperaturen

Slide 12 - Slide

Kleding wassen
Je moet regelmatig je kleding wassen.

- kleding wordt vuil
- vuile kleding stinkt

Slide 13 - Slide

Was sorteren
Hoe doe je dat?
- let op de kleur
- kijk op welke temperatuur er gewassen mag worden
- let op WOL & ZIJDE
Als je kleding te heet wast, kan het KRIMPEN EN VERKLEUREN

Slide 14 - Slide

Soorten was en wasmiddelen
WAS
1. WITTE WAS 
(alleen witte kledingstukken)
2. BONTE WAS 
(alleen gekleurde kledingstukken)
3. FIJNE WAS 
(kledingstukken die kwetsbaar zijn)


Slide 15 - Slide

WASMIDDELEN
 
1. WITWASMIDDELEN 
 (voor witte en lichtgekleurde was)
2. BONTWASMIDDELEN 
(voor gekleurde was)
3. TOTAALWASMIDDELEN 
(voor elke was)
4. FIJNWASMIDDELEN 
(voor wol en andere fijne stoffen en HANDWAS)

Slide 16 - Slide

Wasmiddel
Lossen vet op, het meeste vuil is vettig.

Bleekmiddel in wasmiddel maken ziekteverwekkers dood.

Slide 17 - Slide

Etiketten/Labels
Van welke stof is het gemaakt?
Hoe moet je de kleding wassen (onderhouden)?
Beide op 1 etiket !

Slide 18 - Slide

 Wasmiddel verpakking 
hierop staan WASAANWIJZINGEN

- bij welke tempratuur wassen
- hoeveel wasmiddel heb je nodig
- of het in de wasmachine mag

Slide 19 - Slide

Wassymbolen (pictogrammen)

Slide 20 - Slide

Maken
Groep 1 
groep 2
Koken + Kookverslag
Thema 5.3
Blz. 211
Opdr. 27 t/m 35 

Slide 21 - Slide

Thema 5: Thuis in je huis
basisstof 4
Veiligheid thuis

Slide 22 - Slide

Gevaarlijke stoffen
Doel: 
 
  • Je kunt schoonmaakmiddelen veilig gebruiken
  • Je weet wat je moet doen na inslikken van een giftige stof
  • Je weet wat je kunt doen om het thuis veilig te houden

Slide 23 - Slide

Wat weet je van gevaarlijke stoffen en ken je enkele gevaarlijke stoffen?

Slide 24 - Open question

Gevaarlijke stof
Een gevaarlijke stof is een stof die een gevaar vormt voor de gezondheid, de veiligheid of het milieu.

Slide 25 - Slide

Welke gevaarlijke stoffen gebruik jij wel eens?

Slide 26 - Open question

Hoe weet je of dat deze stoffen gevaarlijk zijn?

Slide 27 - Open question

Etiketten

  • Toepassing
  • Pictogram is een afbeelding die iets snel duidelijk maakt; een waarschuwingsteken.

Slide 28 - Slide

Gevaarsymbolen

Slide 29 - Slide

ontplofbaar
  • explosieve stoffen komen door contact met een vlam of vonk tot ontploffing
  • Dynamiet
  • rioolgas
  • propaangas

Slide 30 - Slide

oxiderend
  • kan gemakkelijk reageren en inwerken op de kleding en de huid. 
  • geeft bij verwarming zuurstof af. Ze zijn daarom brandbevorderend. 
  • peroxide, ozon, zuurstof

Slide 31 - Slide

(zeer) licht ontvlambaar

  • kan gemakkelijk in brand vliegen, zewlf bij normale temperaturen.
  • benzine, aceton, ether en tolueen.

Slide 32 - Slide

(zeer) giftig
  • acute of blijvende effecten op de gezondheid.
  • eventueel dodelijk
  • koolmonoxide, methanol en zwavelwaterstof (H2S). 

Slide 33 - Slide

bijtend
  • bijtend voor je huid, brand in je huid
  • bij contact met huid of materialen (metaal bv)=>
  • er kunnen giftige, bijtende of licht ontvlambare gassen ontstaan
  • vb:zoutzuur, natronloog, ammoniak 

Slide 34 - Slide

schadelijk

bij opname in het lichaam vervelende effecten
Irriterend

Irriterende stoffen kunnen uitslag, eczeem, ontsteking van de slijmvliezen of van de huid veroorzaken als ze in direct contact worden gebracht met de huid. 

Slide 35 - Slide

milieugevaarlijk
  • schadelijke effecten al shet in de natuur komt.
  • voor mens, dier en plant
  • vervoer van gevaarlijke stoffen

Slide 36 - Slide

oa kankerverwekkende stoffen
problemen na lange tijd
Gassen onder druk

Slide 37 - Slide

Het milieu en schoonmaken
  • schoonmaakmiddelen zijn vaak slecht voor het milieu
  • let daarom op de volgende dingen:

- juiste dossering

- gebruikt niet te veel water

- vermijd oplosmiddelen en chloorbleekmiddel




Slide 38 - Slide

Ongevallen thuis 
Wie kan wat benoemen?

Slide 39 - Slide

Ongevallen thuis 
  • Onveilig materiaal
  • Onveilig gedrag
     

Slide 40 - Slide

Maken 
Groep 1
Koken + kookverslag 
 
Groep 2
5.3  blz. 211
opdr. 27, 28, 30, 32 
5.4 opdr. 36, 37, 39 ,40, 41

Klaar met gifwijzer?
Maak een kahoot van 5.1 t/m 5.4 

Slide 41 - Slide