Großbuchstaben

Großbuchstaben (KW1C)

uitleg over het gebruik van hoofdletters in het Duits

en de toepassing ervan


1 / 18
next
Slide 1: Slide
duitsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Großbuchstaben (KW1C)

uitleg over het gebruik van hoofdletters in het Duits

en de toepassing ervan


Slide 1 - Slide

Wanneer gebruiken we hoofdletters in het Nederlands?

Slide 2 - Open question

Wanneer gebruiken we hoofdletters in het Duits? Wat weet je al? Noem woorden of categorieën van woorden.

Slide 3 - Open question

Wat schrijven we met een hoofdletter in het Duits?

De belangrijkste regels zijn:



1. aan het begin van de zin

2. eigennamen

3. geografische namen

4. het woord u (=Sie)

5. alle zelfstandige naamwoorden


Slide 4 - Slide

vater of Vater?
A
vater
B
Vater

Slide 5 - Quiz

montag of Montag?
A
Montag
B
montag

Slide 6 - Quiz

deutschland of Deutschland?
A
Deutschland
B
deutschland

Slide 7 - Quiz

johan of Johan
A
johan
B
Johan

Slide 8 - Quiz

amsterdam of Amsterdam?
A
Amsterdam
B
amsterdam

Slide 9 - Quiz

guten tag! mein name ist otto.
A
tag, mein, otto
B
guten, tag, otto
C
guten, tag, mein, name
D
guten, tag, mein, name, otto

Slide 10 - Quiz

ich habe einen hund und eine katze.
A
ich
B
ich, hund
C
ich, hund, katze
D
ich, habe, hund, katze

Slide 11 - Quiz

letzte woche hatten wir herbstferien in brabant
A
letzte
B
letzte, woche
C
letzte, woche, herbstferien
D
letzte, woche, herbstferien, brabant

Slide 12 - Quiz

Hören üben......

Seht euch diesen Film an und beantwortet die Fragen.

Viel Vergnügen!

Slide 13 - Slide

4

Slide 14 - Video

00:42
Was bestellt der junge Mann?

Slide 15 - Open question

00:55
Nehmen die beiden Sahne?
A
ja
B
nein

Slide 16 - Quiz

01:37
Wie ruft der Junge Mann die Kellnerin?
A
sorry
B
Fräulein
C
entschuldigung
D
hallo

Slide 17 - Quiz

01:52
Warum kann die Kellnerin die € 50 nicht annehmen?

Slide 18 - Open question