Hoeveel lichtstralen moet je minimaal tekenen om een schaduw te tekenen?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 23 - Quiz
Welke schaduw is lichter?
A
Kernschaduw
B
Halfschaduw
Slide 24 - Quiz
Wat voor schaduw is bij vlak 1?
A
Halfschaduw
B
Kernschaduw
C
Geen van beide
Slide 25 - Quiz
Een auto staat onder een lantaarnpaal. De schaduw van de auto is getekend met behulp van twee lichtstralen die met een * zijn aangegeven. Hoe noem je deze twee lichstralen?
*
*
A
randstralen
B
zichtlijnen
C
kantstralen
D
kernschaduw
Slide 26 - Quiz
Schaduw is:
A
het ontbreken van zonlicht.
B
een plek waar het licht door een voorwerp wordt tegengehouden.
C
iets wat je krijgt als je lichtbron uitvalt.
D
een plek achter een doorzichtige plastic fles.
Slide 27 - Quiz
Klopt de schaduw?
A
ja
B
nee
Slide 28 - Quiz
Joep zet de gele bal dichter bij de lamp. Wat gebeurt er met de schaduw op het scherm?
A
De schaduw blijft evengroot
B
De schaduw wordt groter
C
De schaduw wordt kleiner
Slide 29 - Quiz
H2.2 Licht en Schaduw
Wat gaan we doen
Toets bespreken
Uitleg H2.2 + quiz
Huiswerk
Slide 30 - Slide
H2.2 Licht en Schaduw
Leerdoel:
Je leert hoe je spiegelbeelden tekent.
Je leert hoe je een spiegelbeeld kunt zien.
Slide 31 - Slide
Waar is het spiegelbeeld?
A
Onder het water
B
Op het water
C
Boven het water
Slide 32 - Quiz
Waar is het spiegelbeeld?
A
Voor de spiegel
B
Op de spiegel
C
Achter de spiegel
Slide 33 - Quiz
Het spiegelbeeld dat je in een glazen ruit ziet bevindt zich op het glas.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 34 - Quiz
Diffuse terugkaatsing
Witte muur weerkaatst het licht in alle richtingen omdat het een ruwe oppervlakte is. Dit heet diffuse terugkaatsing.
Terugkaatsing noem je ook wel reflectie.
Slide 35 - Slide
Van wat voor soort weerkaatsing is dit een voorbeeld
A
Diffuse reflectie
B
Spiegelende reflectie
Slide 36 - Quiz
Van wat voor type weerkaatsing is dit een voorbeeld?
A
Diffuse reflectie
B
Spiegelende reflectie
Slide 37 - Quiz
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Waar bevindt het spiegelbeeld zich?
A
loodrecht achter de spiegel
B
in de spiegel
C
voor de spiegel
D
op de plaats van het voorwerp
Slide 41 - Quiz
Hoe heet de lijn die loodrecht op de spiegel staat?
A
De normaal
B
Hoek van inval
C
Hoek van terugkaatsing
D
geen idee
Slide 42 - Quiz
Wat weet je van de afstand tussen het spiegelbeeld en de spiegel en de afstand tussen het voorwerp en de spiegel?