4.2 Regionale verschillen

4.2 Regionale verschillen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.2 Regionale verschillen

Slide 1 - Slide

Terugblik vorige les
Voorkennis activeren

Slide 2 - Slide

Waar is in Nederland sprake van?
A
Vertrekoverschot/ Geboorteoverschot
B
Vestigingsoverschot/ Sterfteoverschot
C
Vertrekoverschot/ Sterfteoverschot
D
Vestigingsoverschot/ Geboorteoverschot

Slide 3 - Quiz

Naast de naoorlogse geboortegolf zijn er nog meer oorzaken aan te wijzen voor de vergrijzing in Nederland.
Noteer twee andere oorzaken voor de vergrijzing in Nederland.

Slide 4 - Open question

Wat is geen oorzaak voor de ontgroening van Nederland?
A
Het gebruik van voorbehoedsmiddelen
B
De veranderde rol van de vrouw in de samenleving
C
De levensverwachting van mensen is hoger
D
Afgenomen zekerheid van werk en woning

Slide 5 - Quiz

De wereldbevolking neemt toe door de natuurlijk bevolkingsgroei. Leg uit waarom de sociale bevolkingsgroei geen rol speelt bij de toename van de wereldbevolking?

Slide 6 - Open question

Lesdoel:
Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe de regionale verschillen in Nederland te zien zijn. 
Niet overal in Nederland groeit de bevolking. Wat zijn de verschillen tussen gebieden? En wat zijn de gevolgen voor de bewoners en de inrichting als de bevolking verandert? 

Slide 7 - Slide

Populaire steden
Redenen groei:
Redenen groei:
  • veel werkgelegenheid
  • studie
  • voorzieningen
Voordelen groeiregio
Voordelen groeiregio:
  • Gemeenten: Belastinginkomsten
  • Bedrijven: goed opgeleide werknemers
  • Voorzieningen: bezoekers en klanten
Nadelen groeiregio's
Nadelen groeiregio's:
  • tekort aan woningen
  • drukte
  • wachtlijst voor voorzieningen
Oplossing
Oplossingen:
  • nieuwe kantoren en woonwijken buitenrand stad.
  • herinrichten gebieden die niet meer gebruikt worden.

Slide 8 - Slide

Krimp
Oorzaak krimp:
  • vertrek jongeren (studeren, werk, voorzieningen)
Gevolg:
  • toename vergrijzing
  • voorzieningen verdwijnen
Krimpgebieden

Slide 9 - Slide

Drempelwaarde
Drempelwaarde: Het minimum aantal klanten dat een voorziening nodig heeft om te kunnen bestaan.

Slide 10 - Slide

Verzorgingsgebied
Verzorgingsgebied: Het gebied waar de klanten van een voorziening vandaan komen.

Slide 11 - Slide

Reikwijdte: De maximale afstand die mensen willen afleggen om van een voorziening gebruik te maken.

Slide 12 - Slide

Voorzieningen sluiten
Voorzieningen sluiten:
  • Drempelwaarde wordt niet meer gehaald (minder inwoners dorp).
  • Reikwijdte is toegenomen (klanten kopen niet meer in eigen dorp).

Slide 13 - Slide

Herinrichten in krimpgebieden
Herinrichten krimpgebieden:
  • minder woningen, werkplekken en voorzieningen
  • Andere soorten woningen en voorzieningen.
  • Bij elkaar plaatsen van voorzieningen.
Voordeel: meer ruimte

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Nu doen:
  • Maak de opdrachten van 4.2 
      1a, 2, 3a, 4ab, 6abc, 8ab
  • Klaar? Lees paragraaf 4.3 door. 

Slide 16 - Slide

Lesdoel:
Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe de regionale verschillen in Nederland te zien zijn. 
Niet overal in Nederland groeit de bevolking. Wat zijn de verschillen tussen gebieden? En wat zijn de gevolgen voor de bewoners en de inrichting als de bevolking verandert? 

Slide 17 - Slide