Pedagogiek 4.5 specifieke onderwijsbehoeften "hoogbegaafdheid"

Pedagogiek 4.5 "hoogbegaafdheid"
1 / 22
next
Slide 1: Slide
PedagogiekMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Pedagogiek 4.5 "hoogbegaafdheid"

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel:
De student
• Weet dat hoogbegaafde kinderen geen wonderkinderen zijn, maar risico lopen 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

WAT WEET JE AL VAN HOOGBEGAAFDHEID ?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
  • De lesdoelen bespreken
  • Voorkennis quiz over hoogbegaafdheid
  • Theorie 4.5 : "Specifieke onderwijsbehoeften op het gebied van leren" 
  • Opdracht P7W7 : keuze! 
  • De lesdoelen evalueren
  • Uitchecken

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is het gemiddelde IQ in Nederland?
A
80
B
100
C
120
D
140

Slide 5 - Quiz

Wat zou deze vraag te maken kunnen hebben met het onderwerp verstandelijke beperking?
Je IQ moet boven de ... zijn om hoogbegaafd genoemd te worden.
A
100
B
120
C
110
D
130

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat past niet bij hoogbegaafdheid?
A
IQ 120+
B
Snel gestrest
C
Snel verveelt
D
Hoog gevoelig

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is hoogbegaafdheid?
A
Hoogbegaafdheid houdt in dat iemand uitzonderlijk intelligent is op meerdere terreinen.
B
Hoogbegaafdheid houdt in iemand uitzonderlijk intelligent is op één bepaald terrein.
C
Hoogbegaafdheid houdt in dat iemand heel creatief, gemotiveerd en leergierig is.
D
Hoogbegaafdheid houdt in dat iemand een diploma heeft.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Vastgesteld?
A
Het wordt niet vastgesteld.
B
Groep 3-4
C
Groep 1-2
D
Groep 3-8

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Komt het vaak voor?
A
10% van de bevolking
B
3% van de bevolking
C
2% van de bevolking
D
360.000 mensen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Kenmerken hoogbegaafdheid
  1. IQ hoger dan 130
  2. Snelle vroege ontwikkeling
  3. Uitblinken in verschillende gebieden
  4. Goed kunnen leren
  5. Verbanden leggen
  6. Problemen analyseren
  7. Grote denksprongen maken
  8. Concentreren
  9. Grote zelfstandigheid

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

  • IQ van 130+
  • Combinatie  
  • IQ 130+ 
  • Combinatie (afbeelding)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hoe herken je hoogbegaafdheid?
  • Groot rechtvaardigheid gevoel.
  • Kritisch op zichzelf en anderen.
  • Hoog gevoelig.
  • Perfectionistisch.
(Zijnsluik hoogbegaafdheid)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Valkuilen
  • Snel verveelt door te makkelijke stof.
  • Sociaal-emotionele ontwikkeling is minder sterk.
  • Door gemak niet 'leren hoe je moet leren'.
  • Snel gestrest, waardoor ongewenst gedrag kan optreden.
  • Emoties kunnen hoog oplopen door de hoge gevoeligheid.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Taak onderwijsassistent
  • Verrijkingsstof aanbieden. (stof in de zone van naaste ontwikkeling van de leerling.)
  • Open opdrachten aanbieden. (eigen inleving leerling stimuleren) 
  • Groepsactiviteiten aanbieden (Stimuleren sociaal-emotionele ontwikkeling.) 
  • Opvallende dingen en signalen bespreken met de leerkracht.
  • Kleine gesprekken of individuele momenten en begeleiding bieden en hierbij begrip tonen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1 
1. Wat is hoogbegaafdheid?
Bekijk de film Gewoon Hoogbegaafd van Emmi Visser (ong. 45 min.)  - zie volgende dia !

Maak aantekeningen . De documentaire bevat een heleboel informatie waarmee een gedeelte van de leervragen van deze les kan worden beantwoord.
Breid de gevonden antwoorden uit met theorie uit het boek en verschillende andere bronnen.

timer
30:00

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Opdracht 2
2. Patrick
Lees de teksten in bijlage 1 met je groepje en beantwoord de vragen onder de teksten.
• Klopt de uitspraak in de eerste zin, vind je? Krijgt hoogbegaafdheid te veel aandacht?
• Welke problemen zou dat kunnen veroorzaken?
• Hoe en vanaf welke leeftijd zou hoogbegaafdheid kunnen worden vastgesteld?
• Ken jij een hoogbegaafd kind?
• Wat valt op bij dat kind?
• Zijn alle kinderen op dezelfde manier hoogbegaafd?
• Wat betekent hoogbegaafdheid voor een kind persoonlijk?
• En voor zijn omgeving?
• Hoe zou een hoogbegaafd kind zich geholpen voelen?
• Wat betekent dat voor het onderwijs en de begeleiding?

timer
45:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 3 
3. Mindset
Voor kinderen is het op school, maar ook thuis, belangrijk dat zij leren om fouten te maken. Hoogbegaafde kinderen willen (meestal) laten zien dat zij het goed doen en slim zijn, waarbij zij het risico lopen om moeilijke opdrachten uit de weg te gaan en daarmee proberen te vermijden dat zij kunnen falen. Deze houding (vaste ‘mindset’) belemmert hen om te groeien en te ontwikkelen. Kinderen moeten leren ‘leren’ en ook fouten durven maken om vastlopen en faalangst op latere leeftijd te voorkomen. Bespreek de tekst en de illustratie in bijlage 2 over Fixed vs. Growth mindset.

Maak een PowerPoint met de belangrijkste zaken en presenteer die in 5 minuten aan de klas. 

timer
45:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 4 
4. Hoogbegaafde kinderen (Klokhuis).
Wanneer ben je hoogbegaafd? En heb je daar eigenlijk wat aan? 

Beantwoord onderstaande 4 leervragen over hoogbegaafdheid en bedenk er zelf nog 3 leervragen, die je vooraf formuleert. Bekijk het filmpje op de volgende pagina. 
  1.  Hoogbegaafdheid betekent meer dan alleen slim zijn. Waar excelleren deze kinderen nog meer in?
  2. Waar blijkt uit dat Floor hoogbegaafd is?
  3.  Waar liep Floor tegenaan?
  4.  Koppel de opdracht van het "ei" aan theorie over het aansluiten van lesstof bij hoogbegaafde kinderen. 

timer
45:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Link

This item has no instructions

Hoe verlaat je deze les ?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

This item has no instructions