FD hfst 1 tot 3

FD Lesson-up voor hfst 1 tot 3
1 / 24
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

FD Lesson-up voor hfst 1 tot 3

Slide 1 - Slide

Primair proces is:
A
De belangrijkste activiteit van een bedrijf of organisatie
B
Het minst belangrijke proces van een organisatie
C
Taken die de directeur uitvoert
D
Lang proces

Slide 2 - Quiz

Het secundaire proces bestaan uit allerlei zaken die ervoor zorgen dat het primaire proces beter verloopt.
A
Niet waar
B
Waar

Slide 3 - Quiz

Facilitair medewerkers, congierges, schoonmakers en kantinemedewerkers doen de taken uit het primair proces
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Archief betekent?
A
Garage
B
Opbergplaats voor belangrijke papieren
C
Container
D
Instrument

Slide 5 - Quiz

Wat betekent de afkorting TD'er
A
Techniek Demonstratie
B
Technische Dienst

Slide 6 - Quiz

Beroepshouding is:
A
waarden en normen die je nodig hebt om een bepaald beroep uit te oefenen.
B
regels waar je aan moet houden
C
hoe je staat

Slide 7 - Quiz

Uniform is
A
Kleding uit je kast
B
Kleding die hoort bij een bepaald beroep.
C
Nette kleding

Slide 8 - Quiz

Representatief is:

Slide 9 - Open question

Benoem woorden die met persoonlijke verzorging te maken hebben.

Slide 10 - Open question

Collegiaal houdt in

Slide 11 - Open question

Klantgericht betekent
A
Dat je probeert om aan de wensen van je klant tegemoet te komen.
B
Dat je klanten zoekt.

Slide 12 - Quiz

Mimiek betekent
A
je lichaamstaal
B
gezichtsuitdrukking

Slide 13 - Quiz

Verbaal contact is:
A
Met je lichaamstaal
B
Met woorden

Slide 14 - Quiz

Heeft u goed geslapen? is een
A
Open vraag
B
Gesloten vraag

Slide 15 - Quiz

Wat heb je in het weekend gedaan? is een
A
Open vraag
B
Gesloten vraag

Slide 16 - Quiz

Passief luisteren is
A
dat je alleen luistert en niet nadenkt over de boodschap.
B
Dat je met je ogen en oren tegelijk luistert. Je let daarbij op woorden, maar ook op hoe ze uitgesproken worden.

Slide 17 - Quiz

Welke opstelling zien jullie op de afbeelding?
A
Theater
B
Blok
C
Carré
D
U-vorm

Slide 18 - Quiz

Welke opstelling zien jullie op de afbeelding?
A
Klas
B
Cabaret
C
Carré
D
Theater

Slide 19 - Quiz

Audiovisuele apparatuur is apparatuur waarmee je geluid en met beeld (visueel) iets duidelijk kunt maken.
A
Voorbeeld: DVD-Speler
B
Voorbeeld: Box

Slide 20 - Quiz

Catering is
A
het verzorgen van eten en drinken
B
bezorgen van pakketjes

Slide 21 - Quiz

Decoratie is
A
Stoelen en tafels
B
Versiering

Slide 22 - Quiz

Een draaiboek is
A
Een mooi leesboek waar spannende verhalen in staat.
B
Een leerzaam boek over informatie.
C
Een document waarin staat wat iedereen moet doen.

Slide 23 - Quiz

Welke functie heeft een draaiboek?

Slide 24 - Open question