§6.1 De kerk valt uiteen

§6.1 De kerk valt uiteen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

§6.1 De kerk valt uiteen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Je kan uitleggen:
  • Welke kritiek Maarten Luther had op de christelijke kerk rond 1500
  • Wat de Reformatie is
  • Wat het verschil is tussen katholiek en protestant

Slide 2 - Slide

Wat is de hemel?

Slide 3 - Open question

Wat is de hel?

Slide 4 - Open question

Wat is het vagevuur?

Slide 5 - Open question

Maarten Luther
Maarten Luther was een Duitse monnik rond 1500
Op een dag ging hij op bedevaart naar Rome
Daar zag hij dingen van de kerk waar hij het mee oneens was
Hij kreeg veel kritiek op de kerk

Slide 6 - Slide

Karel V
Op de troon zit Karel V, keizer van het Duitse Rijk. Hij draagt een gouden ketting en een dure bontmantel. Karel is niet blij met Luthers kritiek op de katholieke kerk. Karel is katholiek en wil de kerk beschermen. Daarom eist hij op deze vergadering dat Luther zijn kritiek intrekt.
Maarten Luther
Hier staat Maarten Luther. In 1517 uitte hij zijn kritiek op de kerk. Hij wilde terug naar een eenvoudige godsdienst, zonder de verering van heiligen en met een bijbel die mensen zelf konden lezen. Luther vindt dat geestelijken eenvoudig moeten leven. Daarom draagt hij een simpel gewaad en eenvoudige sandalen.
De bisschoppen
Hier zie je bisschoppen zitten, in een paars of rood gewaad met een hoed. Zij vertegenwoordigen de katholieke kerk tijdens deze vergadering. Luther vindt dat de bisschoppen veel te machtig zijn. Volgens hem moeten ze zich niet met politiek bezig houden en zich meer op de religie richten
De Duitse vorsten
Op de voorgrond zitten Duitse vorsten. Sommige van hen steunen de paus en keizer Karel V. Anderen steunen Luther en willen ook dat de kerk eenvoudiger wordt. Als de keizer Luther vogelvrij verklaart, komt Frederik van Saksen Luther zelfs te hulp. Hij neemt hem in bescherming en biedt hem onderdak

Slide 7 - Slide


Waarom heeft Luther succes?

  • Door de uitvinding van de boekdrukkunst kunnen de teksten van Luther snel worden gekopieerd en verspreid.
  • Luther wordt gesteund én beschermd door machtige Duitse vorsten.
  • De ideeën (van eenvoud en soberheid) spreken veel arme gelovigen aan.
  • Veel gelovigen zijn het niet eens met de aflaten: Luther durft er iets van te zeggen.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Welke misstanden
ziet Luther?

Slide 10 - Mind map

Wat zijn aflaten?

Slide 11 - Open question

Hoeveel stellingen schreef Luther?

Slide 12 - Open question

Reformatie
Luther wordt vervolgd door de paus, maar krijgt ook aanhangers
Voor- en tegenstanders krijgen grote ruzie (oorlog)
Uiteindelijk zo erg dat de kerk in tweeën scheurt 
Dit noemen we de reformatie

Slide 13 - Slide

Katholieke kerk (1)
  • Christelijke kerk

  • Staat onder leiding van de Paus in Rome (vandaar ook wel: Rooms-Katholieke Kerk)

  • Hiërarchisch: er is een duidelijke leider en indeling van macht

  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in het Latijn

Slide 14 - Slide

Katholieke kerk (2)
  • Er staan beelden in de kerk

  • Deze beelden (van bijvoorbeeld heiligen) worden soms ook vereerd

  • Ook relieken (overblijfselen van heiligen) worden vereerd

  • Er zijn magische handelingen en rituelen, zoals: wijn/bloed en brood/lichaam

Slide 15 - Slide

Reformatie (1)
  • Betekent hervorming

  • In dit geval hervorming van de katholieke kerk

  • Begint aan het einde van de middeleeuwen, in de 15e eeuw

  • Protesteren tegen de macht en rijkdom (o.a. door aflaten) van de katholieke kerk

Slide 16 - Slide

Reformatie (2)
  • Belangrijkste hervormers: Maarten Luther en Johannes Calvijn

  • In 1517 komt Luther met 95 stellingen (vooral tegen aflaten)

  • Hij hoopt dat de Paus mee wil denken en de Kerk zal hervormen

  • Luther wordt echter door de Paus in de ban gedaan

Slide 17 - Slide

Maarten Luther (1483-1546)
Duitse monnink die grote moeite had met de aflaten en levensstijl van de geestelijken. 
Veel aanhangers in Duitsland.
Johannes Calvijn (1509-1564)
Zwitserse hervormer die vond dat beelden niet in de Kerk thuishoorden. 
Veel aanhangers in Nederland

Slide 18 - Slide

Gevolgen van de reformatie
  • Splitsing in de christelijke kerk (1517): ontstaan van de protestantse kerken (ook wel: hervormde- of gereformeerde kerk) naast de katholieke Kerk

  • Protestantse kerk spreekt veel (arme) mensen in West-Europa aan.

  • Vervolging van protestanten (ketters)

Slide 19 - Slide

Protestantse kerk
  • Christelijke kerk

  • Er is geen duidelijke leider

  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in de volkstaal

  • Geen beelden en/of verering van heiligen en relieken (is afleiding)

  • Sobere handelingen

Slide 20 - Slide


Protestantse kerk of
Katholieke kerk?

Verering van heiligen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 21 - Quiz


Protestantse kerk of
Katholieke kerk?

Sobere handelingen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 22 - Quiz


Protestantse kerk of
Katholieke kerk?

Verering van relieken
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 23 - Quiz


Protestantse kerk of
Katholieke kerk?

De Paus is de leider
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 24 - Quiz

Welke van de stellingen is juist?


1 Toen Luther zijn stellingen bedacht wilde hij een
nieuwe kerk beginnen.
2 De Paus wilde wel met Luther praten over zijn
ideeën.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 25 - Quiz




Maarten Luther is het niet eens met de grote rijkdommen
van de Kerk en de geestelijken.

Op welke manier kwam de Kerk aan haar rijkdommen?
A
Mensen kochten hun zonden af met een aflaat.
B
Mensen handelden met de Kerk.
C
De Kerk veroverde rijke gebieden.
D
Mensen hadden medelijden met Kerk en gaven geld.

Slide 26 - Quiz

→Sleep de onderdelen naar de juiste plek
Protestant
Katholiek
Maarten Luther
De Paus
Aflaten
Bijbel in volkstaal
Latijnse kerkdienst
Sober
Beeldenverering
Reliekenverering
'Kale' kerk
Beelden in de kerk
'Magische' handelingen
Sobere handelingen

Slide 27 - Drag question