Vraagwoorden

Les 1
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute VL

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Les 1

Slide 1 - Slide

Welke vraagwoorden ken jij?

Slide 2 - Mind map

Zinnen met vraagwoorden
Doel van de les:
Je leert wanneer je welk vraagwoord moet gebruiken

Slide 3 - Slide

De woordvolgorde bij een vraagzin met een vraagwoord
1. Vraagwoord
2. Werkwoord
3. 
Persoon
4. Extra informatie
Wanneer
fietst
hij
naar school?

Slide 4 - Slide

Herhaling: De afspraak
Als de vraagzin begint met een vraagwoord, dan is het tweede woord altijd een werkwoord. Daarna de persoon.
1. Vraagwoord
2. Werkwoord
3. 
Persoon
4. Extra informatie
Wanneer
fietst
hij
naar school?
Waar
koop
jij
kleding?

Slide 5 - Slide

Wie is de docent?
A
de tafel
B
de jas
C
mevrouw de Geus
D
de school

Slide 6 - Quiz

Wat koopt hij?
A
een appel
B
het kind
C
de leerlingen
D
de broer

Slide 7 - Quiz

Waar kom jij vandaan?
A
om acht uur
B
uit Nederland
C
vanmiddag
D
morgen

Slide 8 - Quiz

Hoeveel boeken heb jij?
A
morgen
B
de stoel
C
om twaalf uur
D
drie

Slide 9 - Quiz

Wanneer ga jij naar school?
A
in de pauze
B
buiten
C
op woensdag en vrijdag
D
in Dordrecht

Slide 10 - Quiz

Opdracht

Slide 11 - Slide

Ik ga woensdag en donderdag naar school.
Maak een vraag bij het antwoord.

Slide 12 - Open question

Vijf cursisten zitten in de klas.
Maak een vraag bij het antwoord.

Slide 13 - Open question

Ik eet vanmiddag rijst met kip.
Maak een vraag bij het antwoord.

Slide 14 - Open question

Rosa spreekt Nederlands.
Maak een vraag bij het antwoord.

Slide 15 - Open question

Welke vraagwoorden heb je geleerd vandaag?

Slide 16 - Open question

Les 2

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Maak de opdrachten op papier

Slide 19 - Slide