This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Watersnoodramp - 1953
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
In welke provincie was de meeste schade na de watersnoodramp ?
A
Friesland
B
Limburg
C
Zeeland
D
Noord-Holland
Slide 2 - Quiz
Er komen veel korte quizvragen voor in plaats van de CvB-vragen die normaal in het EDI-model gebruikt worden controle van begrip uit te voeren.
Na deze vraag uitleggen dat Zeeland inderdaad het zwaarst getroffen was, maar ook het zuiden van Zuid-Holland en het westen van Noord-Brabant getroffen waren.
Wat moest er op de plek van de vraagtekens staan?
A
Dorpen en steden
B
Water en steden
C
Wegen en dijken
D
Dijken en dorpen
Slide 3 - Quiz
This item has no instructions
Water
NOORDZEE
Oosterschelde
Westerschelde
Steden
MIDDELBURG
Vlissingen
Terneuzen
timer
2:00
Slide 4 - Slide
Geef de leerlingen twee minuten om de plekken te oefenen. We gaan zo een minitoetsje doen.
Noordzee
Middelburg
Westerschelde
Terneuzen
Oosterschelde
Vlissingen
Slide 5 - Drag question
Leg uit dat de kinderen de namen moeten slepen naar de juiste plek.
Slide 6 - Video
Geef zelf eerst uitleg over de watersnoodramp. Behandel hierin ook de woordenschat. (Noordzee, springtij, hoogwater, vloedgolf.)
Vertel de kijkvraag eerst en start daarna pas het filmpje! Kijkvraag: Wat gebeurde er met de zeedijken toen het water er overheen ging?
Wat gebeurde er met de zeedijken toen het water er overheen ging?
A
Zeedijken bestaan niet. Er zijn alleen duinen.
B
De zeedijken braken door.
C
Niets, ze hielden heel goed al het water tegen.
D
Er kwamen kleine gaatjes in die werden gerepareerd.
Slide 7 - Quiz
This item has no instructions
Waar
Niet waar
De watersnoodramp vond plaats in 1963.
Er stroomde water uit de Noordzee aan land.
Het gebeurde in de middag.
Iedereen werd op tijd gered.
De watersnoodramp gebeurde in de winter.
Er zijn zeedijken doorgebroken.
Slide 8 - Drag question
De leerlingen gaan naar je luisteren en stelling in het goede vak slepen (waar of niet waar).
Vertel zelf nog meer over de watersnoodramp. Vat niet alleen samen wat ze net al hebben gehoord, maar geef ook nieuwe info. De stellingkaartjes in beeld vormen een houvast. Zorg dat je in ieder geval deze dingen verteld.
-Nederland had al bescherming in de vorm van dijken (door mensen gemaakt) en duinen (door de natuur gemaakt).
-In Zeeland is heel veel water. (Straks nog even op Google Maps kijken) Dat is de reden dat Zeeland zo zwaar getroffen was. (Waarom daar?)
-Na de ramp zijn er meer dingen gebouwd om het land beter te beschermen.
Ga na de oefening de antwoorden langs en vertel dat we zo nog een filmpje gaan kijken waarin ook iets verteld wordt over de dingen die gebouwd werden om het land te beschermen tegen het water.
https:
Slide 9 - Link
Kijk nog even naar Zeeland en de rest van Nederland. Het valt op dat er in Zeeland veel water is en dat het aan zee ligt.
Slide 10 - Video
Na de oefening zei ik al dat we zo nog een filmpje gaan kijken waarin ook iets verteld wordt over de dingen die gebouwd werden om het land te beschermen tegen het water.
Vertel de kijkvraag eerst!
Waarom werden de Deltawerken gebouwd?
Waarom werden de Deltawerken gebouwd?
Slide 11 - Open question
This item has no instructions
Waarom werden de Deltawerken gebouwd?
A
Om Nederland beter te beschermen tegen het water.
B
Zodat de routes binnen Zeeland korter werden.
C
Om een nieuwe watersnoodramp te voorkomen.
D
Om erover op te scheppen tegen andere landen.
Slide 12 - Quiz
Vertel dat er 1 of 2 goede antwoorden zijn.
Waarom werden de Deltawerken gebouwd?
A
Om Nederland beter te beschermen tegen het water.
B
Zodat de routes binnen Zeeland korter werden.
Slide 13 - Quiz
This item has no instructions
Noem twee dingen jij vandaag geleerd hebt.
Slide 14 - Open question
Ga in op de opties die tegenkomt. Denk ook hardop in oplossingen.
Oh ja! Er zijn inmiddels echt al heel wat maatregelen genomen. Dat waren de Deltawerken. En daar gaan we het vandaag ook verder over hebben.
Opdracht
Kijk op www.overstroomik.nl Vul je postcode in en kijk of het huis waarin je woont zou kunnen overstromen. Wat zouden dan de gevolgen zijn?
Slide 15 - Slide
Deze opdracht moeten de leerlingen na de les uitvoeren. Hij is weer gedifferentieerd.
Opdracht
Kijk op www.overstroomik.nl Vul je postcode in en kijk of het huis waarin je woont zou kunnen overstromen? Wat zouden dan de gevolgen zijn? Kun je ook een plek vinden waar je niet overstroomt? Wat zijn daar de gevolgen van een overstroming op andere plekken in het land?
Slide 16 - Slide
De "plusleerlingen" kijken niet alleen naar de gevolgen in omgeving Rotterdam, maar zoeken ook op of er plekken in Nederland zijn waar men "droogblijft".
Opdracht
Kijk op www.overstroomik.nl Vul je postcode in en kijk of het huis waarin je woont zou kunnen overstromen.