Paragraaf 8.1: Zintuigen

Welkom!
Leg je spullen klaar:
  • Laptop 
  • Biologieboek
  • Schrift voor aantekeningen
  • Pen
  • Mobiel in de tas!

1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg je spullen klaar:
  • Laptop 
  • Biologieboek
  • Schrift voor aantekeningen
  • Pen
  • Mobiel in de tas!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
VWO:
  • Uitleg paragraaf 8.1: Zintuigen
  • Zelfstandig werkend

Havo:
  • Examens met elkaar uitwisselen en nakijken met correctievoorschrift
  • Bespreken met elkaar
  • Nog laatste vragen?




Slide 2 - Slide

Thema 8 Waarneming en Gedrag
In de les: 
  • §8.1 Zintuigen
  • Onderdelen van het oog
  • Leren voor biologie

Huiswerk: 
Opdracht 2 en 8 van §8.1

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  • Ik kan de werking van zintuigen in relatie met het zenuwstelsel beschrijven. 
  • Ik kan de reactie van een zintuig op een adequate prikkel beschrijven. 
  • Ik kan de delen van het oog en hun functie beschrijven. 

zintuigen, chemische receptoren, mechanische receptoren, tastreceptoren, temperatuurreceptoren, lichtreceptoren, pijnreceptoren, drempelwaarde, impulsfrequentie, adequate prikkel, adaptatie

Slide 4 - Slide

Prikkel vs. Impuls?

Slide 5 - Mind map

Inwendige en uitwendige prikkels?

Slide 6 - Mind map

Adequate prikkel?

Slide 7 - Mind map

Receptoren - adequate prikkel
  • Mechanische receptoren: druk, beweging, trillingen in de lucht
  • Themperatuurreceptoren: temperatuur (warmte en kou)
  • Chemische receptoren: moleculen
  • Lichtreceptoren: licht
  • Pijnreceptoren

Slide 8 - Slide

Zintuigcellen
Zintuigcellen moeten een signaal doorgeven aan een sensorisch neuron

Zintuigcellen zetten een prikkel om in een impuls

Slide 9 - Slide

Prikkels
druk
temperatuur
moleculen
licht (golflengte)

Slide 10 - Slide

Chemische receptoren

Binding van moleculen
aan receptor zorgt voor vrijkomen secundaire boodschapper, die zorgt
voor openen Na+ poorten

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Van prikkel naar impuls
1. Receptorcel ontvangt de adequate prikkel
2. De prikkel zorgt voor het opengaan van Na+ poorten in de zintuigcel
3. Prikkeldrempel bereikt? Volledige depolarisatie van het membraan
4. Ca2+ poorten open, Ca2+ bindt aan neurotransmitter blaasjes
5. Exciterende neurotransmitter komt vrij in de synapsspleet en bindt op het membraan van het sensorische neuron
6. Voldoende neurotransmitter? Impulsgeleiding in het sensorisch neuron naar sensorische schors

Slide 13 - Slide

Mechanische receptoren

Na+ poorten openen door druk, beweging of trillingen in de lucht 

Bijv: gehoorzintuig en spierspoeltje

Slide 14 - Slide

Pijnreceptoren
Geen zintuigcellen, maar zenuwuiteinden die reageren op prikkels die schade kunnen geven, zoals te hoge temperatuur, te hoge druk, hoge concentratie chemicaliën. 

Prikkeldrempel ligt veel hoger dan bij zintuigcellen. 
Geven informatie door aan pijncentra in hersenen.

Slide 15 - Slide

Adaptatie
Door een langdurige constante prikkel kan de prikkeldrempel  van een receptorcel omhooggaan. 
De receptorcel reageert dan minder op de adequate prikkel. 

Dit heet gewenning of adaptatie. 
De snelheid waarmee adaptatie optreedt verschilt per type receptorcel (tast snel, druk of pijn nauwelijks). 

Slide 16 - Slide

Prikkelsterkte
De actiepotentiaal is altijd even sterk. 

Sterkere prikkel =
meer neurotransmitter =
hogere frequentie van actiepotentialen.

Slide 17 - Slide

§8.1 Zintuigen
  • Ik kan de werking van zintuigen in relatie met het zenuwstelsel beschrijven. 
  • Ik kan de reactie van een zintuig op een adequate prikkel beschrijven. 
  • Ik kan de delen van het oog en hun functie beschrijven. 

zintuigen, chemische receptoren, mechanische receptoren, tastreceptoren, temperatuurreceptoren, lichtreceptoren, pijnreceptoren, drempelwaarde, impulsfrequentie, adequate prikkel, adaptatie

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

De lens

Slide 20 - Slide

Netvlies
Plaats waar de lichtgevoelige 
zintuigcellen zitten, aan de achterkant van je oogbol.


Slide 21 - Slide

Netvlies
Je netvlies is bedekt met zintuigcellen:
kegeltjes en staafjes.


Slide 22 - Slide

Gele vlek:
Op het netvlies precies 
achter de iris (optische as)
zit de gele vlek.

De gele vlek bevat vooral
kegeltjes.

Door de grote dichtheid kun je met dit deel van het netvlies heel scherp zien (150.000 per mm3). 

Slide 23 - Slide

Blinde vlek:
Op de plek waar de oogzenuw en de 
bloedvaten het oog 
binnenkomen en uitgaan
zitten geen zintuigcellen. 

Hier kun je dus geen licht
opvangen.

Slide 24 - Slide

Blinde vlek:
Doordat de blinde vlek
voor beide ogen op een 
andere plek van het 
gezichtsveld zit zie je
toch alles.

Zit op de horizontale as van de gele vlek dichter naar de neus.

Slide 25 - Slide

Aan de slag!
 

VWO: 
Paragraaf 8.1: Opdrachten 1 t/m 10


Opdrachten niet af = huiswerk














Slide 26 - Slide

Nabespreking:

  • Zijn er nog vragen?

  • Hoe vonden jullie de les?




Slide 27 - Slide

Tot slot:
Schuif je stoel aan
en
Ruim je afval op


Tot de volgende les!

Slide 28 - Slide